Onmogelijke draaikolken. Onstuimige stormen. Hongerige haaien. Dodelijke kubuskwallen. Redenen te over waarom geen mens er ooit in slaagde om zonder hulpmiddelen van Cuba naar Florida – minstens 166 kilometer – te zwemmen. Ook de Amerikaanse zwemster Diana Nyad faalt eind jaren 70 kansloos. Het betekent het einde van haar sportieve loopbaan; ruim dertig jaar lang ligt ze geen tel meer in het water. Totdat De Droom zich op haar zestigste toch weer een weg naar boven wringt.
Tekst: Matthijs Meeuwsen | Dit interview heeft plaatsgevonden in 2016 Beeld: Karen Christensen, Ocean Film Tour / archief Diana Nyad
Ik was niet de persoon geworden die ik zelf kon bewonderen
Eigenlijk was Diana Nyad (1949) gewoon bang voor de dood, erkent ze. Sterven soit, niemand ontkomt er aan. Maar sterven met het besef dat niet elke druppel uit het leven is geperst; het is een gedachte die haar voortdurend naar de keel vliegt in die ene week van haar zestigste verjaardag.
“Ik realiseerde me dat ik geen dromer meer was. Geen doener meer. Ik was niet de persoon geworden die ik zelf kon bewonderen. Geloof me, het ging me niet om een extreme prestatie die ontbrak op mijn palmares. Het ging me niet om het schrijven van geschiedenis. Het ging veel dieper dan dat. Ik was hongerig om weer te leven met onwrikbare toewijding. Ik verlangde wanhopig naar de inspiratie om een droom na te jagen. Die ene Droom natuurlijk. De Onmogelijke Droom. Cuba.”
Lees verder onder de foto
Dronkenlap
Ze is negen jaar jong als ze op het strand van Fort Lauderdale in Florida voor het eerst hoort over dat mysterieuze eiland aan de overkant. “Waar ligt Cuba mama? Ik kan het niet zien.” “Daar Diana. Daar aan de horizon. Je kunt het niet zien, maar het is zo dichtbij dat je er bijna heen zou kunnen zwemmen.”
Vatte ze toen al het plan om die onmenselijke afstand ooit daadwerkelijk te zwemmen? Natuurlijk niet. Beten de terloopse woorden van haar moeder zich vast in haar onderbewustzijn? Wie zal het zeggen. In ieder geval lijkt een leven in het water dan al in de sterren geschreven. Haar achternaam Nyad betekent in het Grieks, de moedertaal van haar vader, letterlijk waternimf. In de Griekse mythologie zijn naiaden de nimfen die de rivieren, meren en oceanen bewaken voor de goden.
Kampioenszwemmers dus. Net als Diana, die als veertienjarige al elke dag uit eigen initiatief om half vijf ’s nachts de wekker zet om naar het zwembad te gaan. Duizend sit-ups. Vijftig chin-ups. En maar eindeloos baantjes trekken. Al snel is ze de beste rugslagzwemmer in Florida en doet ze mee aan wedstrijden door heel Amerika. Ze is de grote belofte.
Maar onder het oppervlak grijpen de schaduwen naar haar benen. Vader Aris is een charmante charlatan, maar ook een duivelse dronkenlap die zijn gezin terroriseert. ‘Ik hoop dat zijn vliegtuig neerstort en hij nooit meer terugkomt’, bidt ze als hij zich aan haar heeft proberen te vergrijpen. Haar geliefde zwemcoach speelt met verve de rol van surrogaatvader. Totdat ook hij haar stelselmatig misbruikt. De badpakken die van haar lijf worden gescheurd, dat vieze matras in zijn werkkamer, haar benen die ze op slot houdt als een bankkluis.
Jarenlang vertelt ze niemand ook maar één woord over het misbruik. Voor de buitenwereld trekt ze een muur op van gewapend beton. “Ik gedroeg me stoer, zelfverzekerd, arrogant zelfs. Maar van binnen was ik een zooitje.” Haar prestaties verslechteren. Op een haar na loopt ze in 1968 de Olympische Spelen van Mexico mis. Achttien jaar is ze pas als ze het zwembad de rug toe keert. Pas jaren later ontdekt ze haar ware arena.
Martelgang
“Ik heb gister nog gedineerd met tennisster Martina Navrátilová”, vertelt Diana opgewekt. “Als zij het klei van Roland Garros oploopt, als zij het gras van Wimbledon onder haar voeten voelt, dan wordt haar hart beroerd door die plek waar ze decennialang alles heeft gegeven. Die plek is een metafoor voor wie ze is. Hetzelfde heb ik als ik naar de oceaan kijk. Ik zie één reusachtige bron van levenslessen en herinneringen. Een bad vol verlies, triomf en vastberadenheid.
Kijk, ik ben een atheïst, ik leef niet in een wereld van een God. Maar ik leef met een ontzag voor de natuur die gelijk is aan de devotie van welke gelovige dan ook. Als astronauten neerkijken op onze planeet worden ze gevuld met eerbied voor dat grote, blauwe juweel. Ik voelde diezelfde eerbied als ik in het water lag. Op goede dagen, als ik echt in vorm was, had ik het gevoel alsof ik gleed over de kromming van de aarde. Het was pure magie. Mijn plek.”
Lees verder onder de foto
De zwembadzwemster wordt openwaterzwemster. Ze is als een klok in het water. Zestig slagen per minuut, zestig blokken in het uur. Eerst tellend in Engels. Dan in het Duits. Dan in het Spaans, Frans en weer terug. De ritmische slagen van haar handen brengen haar hoofd in een staat van zelfhypnose.
Net 26 jaar is ze wanneer ze als eerste vrouw in de geschiedenis rond Manhattan zwemt. Zeven uur en 57 minuten; ook voor mannen een recordtijd. De sterrenstatus gloort. Ze trekt op met Andy Warhol, Woody Allen en Frank Zappa, maar weet al dat ze lesbisch is sinds ze op haar 21e voor het eerst met een vrouw danste.
Het is aan ieder van ons om aan te boren wat we in ons hebben
Twee jaar na haar zegetocht in New York zet Diana haar zinnen op de zwaarst mogelijke zwemtocht die voor een langeafstandszwemmer valt te bedenken: de oversteek van Cuba naar Florida. Ze heeft nog geen benul van de kwellingen die wachten in het water. Het lijkt vooral ver. Na een martelgang van bijna 42 uur wordt ze uit het water gevist.
Ruim 122 kilometer heeft ze afgelegd, maar de onvoorspelbare golfstroom heeft haar mijlenver naar het westen gesleurd; ze is nauwelijks een kilometer dichterbij Florida. Gedesillusioneerd hangt ze niet veel later haar badmuts aan de wilgen. Televisiecontracten lonken; de zwemster wordt sportpresentatrice. Meer dan dertig jaar lang ligt ze geen seconde meer in het water. Tot die ene week. De week van haar zestigste verjaardag.
Vastberaden
Was het de definitieve afrekening met de demonen uit haar jongere jaren die haar weer naar het water dreef? De vraag is haar vaak gesteld. Nee, zegt ze resoluut. De woede en bewijsdrang waren inmiddels weggeëbd. Als twintiger werd ze gestuwd door boosheid, als zestiger had ze de rust gevonden. “Ik wil geen lof geven aan mijn misbruikers door te stellen dat zij me een sterkere vrouw hebben gemaakt. Ik geloof dat we allemaal worden geboren met een potentie tot grote daden. Het is aan ieder van ons om aan te boren wat we in ons hebben.”
Ze is de zachtheid zelve, het hele gesprek lang. Maar ze spreekt met de bevlogenheid en overredingskracht van een televisiepredikant. Haar woorden hebben noodzaak. Haar zinnen zijn als drietrapsraketten. “Wat me terugbracht in het water was die existentiële angst. Dat knagende gevoel dat je decennialang niet je potentie hebt gehaald. Cuba werd voor mij het symbool voor de manier waarop ik mijn leven vanaf mijn zestigste wilde leiden. Leven met het geloof dat je tot magie in staat bent als de droom maar waardig genoeg is. Als je er maar genoeg offers voor wilt brengen.”
En zo begint ze in de zomer van 2009 weer stiekem baantjes te trekken in haar lokale zwembad. Waar de andere senioren keuvelend van keerpunt tot keerpunt dobberen, krijgt Diana al snel haar eigen baan waarin ze urenlang als een dolfijn door het water schiet. Na die eerste comebacktrainingen is ze echter zo uitgeteld dat ze naar haar auto moet strompelen en voortdurend op de parkeerplaats in slaap valt voor ze de energie vindt om überhaupt de contactsleutel om te draaien.
En toch worden de schouders weer breder. De slagen sterker. Ze heeft niet meer de snelheid uit haar tienerjaren, maar het uithoudingsvermogen en de brute kracht is nog nooit zo groot geweest. Ze traint bij Sint Maarten, Key West, Puerto Morelos. De ellenlange traininglog achterin haar biografie Find a Way geeft een beeld van de vastberadenheid. 12 uur zonder te stoppen. 8 Uur. 16 Uur. 24 Uur. Nooit ook maar een seconde minder. Pagina na pagina na pagina.
“Als ik in een goede vorm was zwom ik tijdens trainingen in de Cariben van het ene eiland naar het andere. Van Saint Thomas naar Saint Croix. Van Saint Croix naar Saint John. Of van Saint John naar Virgin Gorda. Allemaal in één dag. De eilandbewoners namen ferryboten. Ik zwom.”
Langzaam stoomt ze zichzelf klaar om opnieuw de oversteek van Cuba naar Florida te wagen. Zonder haaienkooi dit keer; de mobiele afrastering waarbinnen ze tijdens haar eerste poging in 1978 zwom. Niet om stoer of roekeloos te doen, zweert ze. Gewoon om haar lichaam en geest tot het uiterste te drijven en een prestatie neer te zetten waar nog nooit een mens in is geslaagd. “In een kooi haal je door de voorwaartse stuwing van het water twee tot soms wel drie keer je normale snelheid”, verklaart ze. “Ik moest het op eigen kracht doen.”
Het is een loodzware kanttekening in een sport die toch al niet verlegen zit om masochistische trekjes. ’s Nachts zwemt ze in het pikkedonker omdat elke streepje licht kwallen, kleine visjes en zo ook haaien aantrekt. Een wetsuit is uit den boze. Haar zwemkleding mag immers geen warmte-isolerend of drijvend vermogen hebben. En op zee mag Diana geen object of vaartuig ook maar met een nagel aanraken.
Als ze één keer per uur naar haar begeleidingsboot wordt gefloten voor een eet- en drinkpauze, dient ze dus te blijven watertrappelen, terwijl haar hartsvriendin Bonnie de pindakaas, pasta en proteïnerepen onder lichte dwang naar binnen lepelt als een moeder die haar peuter voert. Het blijkt uiteindelijk tevergeefs.
Exact 28 uur, 42 minuten en 93 kilometers nadat ze in Havana van de kade is gesprongen, zinkt haar droom opnieuw naar de zeebodem. Een team van weer- en navigatie-experts heeft maandenlang gewacht op de ideale omstandigheden, maar wederom is het de onvoorspelbare golfstroom die roet in het eten gooit en Diana meedogenloos terugduwt richting Cuba.
Lees verder onder de fotogalerij
De kracht in ons lijf is maar een zielig hoopje vergeleken met de kracht waartoe ons brein in staat is
Brandwonden
Ze lacht. “Ik bedoel het niet denigrerend, ik heb ongelofelijk veel respect voor iedere zwemmer die ooit het Engelse kanaal of een rondje Manhattan heeft gedaan, maar je kunt het onmogelijk vergelijken met mijn Cuba Droom. Afstanden waar erkende marathonzwemmers hun vingers van hun levensdagen niet aan durven te branden, deed ik vier keer per week als training. Wie Florida wilt halen moet vanaf Cuba meer dan twee dagen aan een stuk blijven doorzwemmen. Twee dagen zonder te stoppen. Minimaal.”
En hoe haar lichaam er na – pak hem beet – uurtje 37 uitziet? “Je lichaam wordt een buitenaards wezen die je zelf niet meer herkent.” Door de blootstelling aan de zon en het water zwelt haar lijf op als een Michelinmannetje. Het zout in het zeewater schuurt tegelijkertijd voortdurend langs haar schoudergewricht, oksels, sleutelbeen en de naden van haar badpak, badmuts en duikbril, waardoor er – ondanks een dikke laag crème – pijnlijke brandwonden ontstaan.
Ook de binnenkant van haar mond raakt door het constante ademhappen zo open geschuurd en opgezwollen dat ze twee weken lang geen vast voedsel meer kan eten. Hevige golven doen haar meermaals per uur overgeven en beuken blauwe plekken op haar biceps. En hoeveel calorieën ze tijdens de pauzes ook naar binnen werkt, de oversteek kost zoveel energie dat ze binnen twee dagen gemakkelijk negen kilo afvalt.
En toch, alle ontberingen zijn werkelijk niets vergeleken met de pijn die ze ontdekt in september 2011, in die pikzwarte eerste nacht van Poging Drie. Diana wordt gestoken door een onverwacht opgedoken school kubuskwallen, het meest giftige dier in alle wereldzeeën. De tentakels wikkelen zich om haar rechterbiceps, -onderarm, nek, rug en beide dijen; elk meer dan 300.000 piepkleine harpoentjes afvurend met gif dat direct je cellen begint te verwoesten en een staat van verlamming ontketent.
“Ik kon alleen maar schreeuwen”, herinnert Diana zich. “Ik sta in brand, ik sta in brand!” Het is moeilijk te omschrijven, het was als science fiction. Je denkt dat je weet wat pijn is, maar dit gif nam mijn hele lichaam over. Het voelde alsof mijn lijf in gloeiendhete was werd gedompeld. Alsof ik letterlijk in de fik was gestoken. Mijn haar, mijn oogballen, alles brandde. Het is een pijn die mijn lichaam niet kan vergeten. Nog steeds word ik wel eens schreeuwend wakker, midden in de nacht. ‘Ik sta in brand!’”
Lees verder onder de foto
Negentig procent van de mensen die ooit is gestoken door een kubuskwal moest het met de dood bekopen, vaak direct. Diana weet – na een ingelaste medische noodpauze – door te zwemmen. Zwemmen tot het weer licht wordt. Zwemmen door de dag. En zwemmen door nog zo’n nacht. “Het was wilskracht”, zegt ze nu. “Meer kan ik er ook niet van maken. Pure wilskracht. De fysieke kracht in ons lijf is maar een zielig hoopje vergeleken met de mentale kracht waartoe ons brein in staat is.”
Toch blijkt het te veel voor haar lichaam. De posttraumatische stress. De waslijst aan medicijnen – vier pagina’s vol – die haar is toegediend. Florida gaat ze niet halen. Na 44 uur, 30 minuten en 124 kilometer wordt ze uitgeteld uit het water gevist. Diana Nyad – Moeder Natuur: 0-3.
Onmogelijk
Bijna een jaar lang kan ze slechts hopen dat de weergoden ook in de zomer van 2012 een mogelijkheid bieden voor de oversteek. Als een legergeneraal bereidt ze haar team voor op Veldslag Vier. “Het is een teamsport”, benadrukt ze voortdurend. “Zonder hen was ik volkomen kansloos.”
Ze omringt zichzelf wederom met de beste artsen, biologen, oceanologen, voedingsdeskundigen en zeevaarders. Met de enige kubuskwalexpert op aarde ontwikkelt ze een masker dat haar gezicht moet beschermen. En toch zijn er wederom de kwallenbeten (dit keer vergezeld door twee tropische donderstormen). Zet ze wederom door. En moet ze wederom opgeven. In 41 uur heeft ze meer kilometers afgelegd dan tijdens al haar eerdere pogingen. Maar ook de teleurstelling is groter dan ooit.
De oversteek is onmogelijk, oordelen wetenschappers, sportfysiologen en commentatoren unaniem. Teamleden stappen gedesillusioneerd uit het avontuur. Zelfs Bonnie geeft er de brui aan; ze kan het niet meer opbrengen om haar hartsvriendin te zien worstelen op het randje van de dood. Alleen Diana houdt hoop. Haar gedachten bij dat ene citaat van uitvinder Thomas Edison: ‘Our greatest weakness is giving up. The most certain way to success is to try one more time.’
Mijn brein was aan het trippen alsof het niets was
Hallucinaties
Weer een winter vol trainingsuren. Vol vreugdedansjes in haar woonkamer als andere – tientallen jaren jongere – marathonzwemmers hun tanden stukbijten op Haar Oversteek. Vol vreugde, als Bonnie nog één keer besluit mee te doen als haar steun en toeverlaat. En vol twijfels of er nog wel een kans zal komen.
Hoe onmetelijk ook de fysieke uitputtingsslag, de mentale uitdagingen zijn vele malen groter, weet Diana. “De grote avonturiers uit onze geschiedenis – de mensen die zich door onderkoelingsverschijnselen op de Mount Everest worstelden en zandstormen in de Sahara – hadden één ding gemeen: de weerbaarheid en vastberadenheid van hun brein. Het geloof dat je door kunt vechten ongeacht wat voor onmogelijkheden er nu weer voor je voeten worden gegooid.”
En dus visualiseert ze voor de vijfde keer die ijzeren helm van wilskracht om haar hoofd als ze op 31 augustus 2013 in Havana van de kade springt. De weercondities lijken perfect. Maar Diana weet ook: alleen een dwaas juicht voor hij de eindstreep heeft gehaald. De routine is nog immer hetzelfde. Ze telt. Zesduizend slagen Engels. Zesduizend Duits, Spaans, Frans en weer terug.
Ze zingt in haar hoofd haar hippy tunes. Dylan, Joplin, Neal Young, de Beatles; honderden malen opnieuw. “Het was niet dat ik per se aan deze liedjes wilde denken”, legt Diana uit. “Maar het was mijn manier om enigszins bij de les te blijven, in het geval ik ineens uit het water zou worden gefloten omdat er – ik noem maar wat – een haai aan zou komen. Kijk, geen atleet op aarde is zo alleen met zijn gedachten als een openwaterzwemmer.
Stel je voor dat jij en ik in mijn kantoor op een stoel zouden zitten. Het licht is uit. Je hebt een badmuts over je oren waardoor je zelfs de grasmaaier buiten niet hoort. Je hebt een beslagen duikbrilletje op, waardoor je nauwelijks iets ziet. En je mag niet slapen. Geen tel. Meer dan vijftig uur lang. Nou, ik garandeer je dat je brein op een gegeven moment een loopje met je neemt. Dat je dingen gaat zien die er helemaal niet zijn. Geloof me, in het water is dat effect nog vele malen sterker. Mijn brein was aan het trippen alsof het niets was.”
Diana hallucineert levensgrote dennenbomen aan de horizon. Kabouters op de zeebodem. De Taj Mahal voor haar neus. Dagen worden nachten. Nachten weer dag. Op het strand van Key West in Florida turen fans, journalisten, familieleden en vrienden met ingehouden adem naar de horizon; smachtend naar een glimp van die ene badmuts of haar begeleidingsteam.
Na 52 uur, 54 minuten en 18 seconden krabbelt een compleet uitgeputte Diana uiteindelijk aan land. Ruim 177 kilometer heeft ze gezwommen. Ze is 64 jaar en in de bloei van haar leven. Wie dicht bij haar staat en de oren spitst, kan in de golf van gejuich de vier woorden horen die ze met moeite over haar lippen geduwd krijgt. “Never. Ever. Give up.”
Lees verder onder de foto
Revolutie
Wat als ze weer gefaald zou hebben? Als er een zesde keer nodig was geweest. Misschien wel een zevende keer. Was ze doorgegaan? “Gelukkig is die vraag niet relevant meer”, grijnst ze. “Ik heb het wel gehaald. Maar eerlijk gezegd – als ik diep in mijn hart kijk – dan denk ik van wel. Ik was geen dwaas. Geen extremist. Voor mij was het gewoon nog niet bewezen dat het onmogelijk was.”
Toch zijn het niet die laatste euforische meters op het zand van Key West die op haar netvlies geëtst staan. Wel die ontelbare, afmattende trainingsuren die er aan vooraf gingen. Ze weet het zeker nu: de reis is waardevoller dan de bestemming. “De angst voor de dood is volledig verdwenen. Ik voel me zo ontspannen nu. Ik ben me er van bewust dat ik niet meer alles in dit leven zal kunnen proppen wat ik nog wil doen.
Dat ik niet meer alle mensen kan helpen die ik nog wil helpen. Daar is één leven simpelweg te kort voor. En natuurlijk zou ik willen dat ik al die lessen eerder had geleerd. Maar als ik dadelijk dood ga, ik hoop dat het nog zeker dertig jaar duurt, dan kan ik zeggen: vanaf mijn zestigste verjaardag, toen ik besloot om mijn leven full throttle in eigen hand te nemen, heb ik nooit meer een greintje spijt gevoeld.”
En dus startte ze met maatje Bonnie onlangs het project EverWalk: een poging om Amerikanen meer te laten bewegen door epische, massale langeafstandswandelingen tussen grote steden te organiseren. “Ik ben er klaar mee dat wij de dikkerdjes van de wereld zijn. Te zien hoe al mijn buurtbewoners de auto pakken om bij een nieuwsstandje – nog geen drie minuten lopen verderop – de krant te kopen. Ik wil een revolutie! Mensen moeten van hun kont af komen.”
Middels digitale trackers moeten ook wandelaars elders ter wereld virtueel met Diana kunnen meelopen. Van Boston naar New York. Van Portland naar Seattle. Een wandeling op Cuba uiteraard. En uiteindelijk in 2020: van Los Angeles naar Washington, met een miljoen wandelaars coast to coast door Amerika. Lachend: “Persoonlijk had ik liever gezwommen. Maar ik vrees dat ik dan geen massa met me mee krijg.”
Meer Diana?
In oktober 2023 ging de film ‘Nyad’ in premiere in de Nederlandse bioscopen. De film is ook te zien bij Netflix.
Lees hier meer over bij de Salt filmtips.
Haar briljante biografie Find a Way (2015, 304 pag.) is het zinderende verslag van Diana’s leven tot nu toe. Nog wat meer bewegend beeld erbij? Bekijk het gelauwerde The Other Shore (2014, 100 min.), waarvoor haar neef – documentairemaker Timothy Weeler – haar jarenlang op de voet heeft gevolgd. Op ted.com zijn bovendien nog twee Ted Talks van Diana te vinden. Klik hier en hier. En houd everwalk.com en diananyad.com in de gaten voor updates over haar epische wandelplannen.