1.170 km, 31.460 hoogtemeters, 27 etappes
Door de toenemende belangstelling voor wandelen, van dagtrips tot en met meerdaagse trekkings, zijn de populaire routes van Europa soms letterlijk platgetreden. In Hongarije hoef je hier niet bang voor te zijn. Hier biedt ruim 11.000 kilometer aan wandelpad letterlijk ruimte. Grootste aandachttrekker is de Országos Kéktúra (OKT), ofwel The Blue Trail in Hongarije.
Kilometervreters, maak je borst maar nat. De Kéktúra – internationaal beter bekend als The Blue Trail en in het Nederlandse als het Blauwe Pad – is de bekendste wandelroute van Hongarije. De route heeft haar naam simpelweg te danken aan de blauwwitte bewegwijzering. Deze loopt van de top van de berg Irottkő aan de Oostenrijkse grens in het westen tot het kleine dorpje Hollóház bij de grens met Slowakije in het noordoosten. Het pad maakt ook deel uit van de E4, het Europese langeafstandspad dat van Portugal naar Cyprus loopt.
Het idee om een uniforme toeristische bewegwijzering te creëren kreeg vorm in 1930. In dat jaar werden de richting en de twee eindpunten van het pad, Hollóháza en Irottkő, gekozen. De officiële inwijding van het Hongaarse Blauwe Pad volgde in 1938. Dit vond plaats op de 900e verjaardag van de dood van Stefanus, met een herdenkingswandeling ter ere van het jubileum. Met het aanleggen van dit nationale pad ontstond de eerste langeafstandswandelroute die geheel bewegwijzerd was. Niet alleen van Hongarije, maar van heel Europa.
Hongarije ligt in het laagland van het Karpatenbekken en is overwegend vlak met een paar bergketens in het noorden, namelijk het Transdanubisch gebergte en het Noord-Hongaarse gebergte. Het hoogste punt in het hele land (en op de route) is een kleine 1000 meter.
Je vindt hier geen dramatische pieken en steile beklimmingen, maar eerder zacht glooiende heuvels en gemakkelijk terrein. Hierdoor is de National Blue Trail niet zo inspannend als beroemde langeafstandswandelingen, zoals de Pacific Crest Trail of de Great Walks in Nieuw-Zeeland. De geringe hoogte en de gematigde moeilijkheidsgraad maken het pad toegankelijk voor bijna iedereen met een redelijke conditie.
Onderweg rijg je de mooiste, natuurlijke en door de mens gemaakte bezienswaardigheden van Hongarije als de bling bling van een fonkelende parelketting aan elkaar. Meer dan een dozijn forten en kastelen, diverse uitkijktorens en ook de drie Werelderfgoederen van Hongarije zitten in de overvolle koektrommel waarvan de bodem maar niet in zicht komt: het panorama van Boedapest vanaf de heuvels, het oude dorp Hollókő en de Stalactietengrotten van Aggtelek.
The Blue Trail in Hongarije zelf Lopen?
Het duurt ongeveer 57 dagen om het pad te voltooien. Om een officiële finisher te zijn en een Blue Trail Badge te verdienen, moet je van tevoren een Blue Trail Passport aanschaffen en dit afstempelen bij de 152 controlepunten langs het pad. Je vindt deze stempels in metalen dozen op bomen, hekken en muren.
De checkpoints zijn genummerd van west naar oost. Maar je kunt het pad in elke volgorde en in elke tijdsduur afleggen. Dus zelfs als je niet de tijd hebt om alles in één keer te doen, kun je het in etappes over meerdere maanden of jaren doen en toch de felbegeerde badge verdienen
Ook hoef je geen weken aan voedsel en water mee te slepen in je rugzak. Elke dag komt de route door dorpjes met kleine winkeltjes met basisvoorraden. Je kunt er vers brood, Hongaarse salami, gebak, vers fruit en mueslirepen inslaan. Grotere steden hebben ook supermarkten en restaurants. Er zijn dus genoeg mogelijkheden om bij te tanken met goulash, het bekendste Hongaarse nationale gerecht.
De meeste winkels zijn op zondag gesloten, dus houdt daar rekening mee bij het plannen van je maaltijd. Wat water betreft, zijn er genoeg openbare waterfonteinen om onderweg water te drinken en of een fles te vullen.
Afgezien van Boedapest en een paar andere grote centra zul je wel wat moeite hebben om mensen te vinden die goed Engels spreken en verstaan. Hongaars is een moeilijke taal om te leren, maar het is een goed idee om op zijn minst een paar basiszinnen te kennen voordat je gaat. Download op zijn minst een vertaal-app op je telefoon.
Zelfs als je niet goed met elkaar kunt communiceren, zul je ontdekken dat de lokale bevolking je graag op weg helpt en zelfs wat zelfgemaakte pálinka, de traditionele vruchten-eau-de-vie, met je deelt. Om het pad te bewandelen zijn er geen vergunningen nodig. Iedereen kan er vrij op ronddolen en je zult veel lokale bewoners tegenkomen die genieten van dagwandelingen langs de route, vooral in het weekend.
De populairste periodes op het pad zijn augustus en september wanneer het warm weer is. De herfstmaanden van september tot november zijn bijzonder mooi, als de bladeren in hun herfstkleuren veranderen.
Meer informatie over The Blue Trail vind je hier
Bekende wandelevenementen in Hongarije
Kékes Klarissza
Ben je niet zo’n backpacker maar houd je wel van avontuur en een uitdaging? Elk jaar in oktober kun je in Hongarije meedoen aan de Kékes Klarissza. Dit is een wandelevenement op de Kékes, de hoogste berg van Hongarije, gelegen in het Mátragebergte. Ervaren wandelaars bijten zich vast (en soms ook stuk) op de tocht van 50 kilometer en 2.700 hoogtemeters. Meer informatie over deze regio vind je hier.
Bakonyi Barangolás
Jaarlijks in oktober vindt het wandelevenement Bakonyi Barangolás plaats in het Bakony woud. Het woud is het grootste heuvelgebied van Hongarije dat in het najaar verandert in een vlammenzee van geel, oranje en diepdonkerrood. Op het moment dat de Indian Summer zijn piek nadert, zoeken wandelaars op de verschillende afstanden naar de steenmannetjes in het landschap die hen de weg naar de eye candy’s van dit Transdanubisch middelgebergte tonen. Bijvoorbeeld het plaatsje Zirc, ook wel de hoofdstad van de Bakony genoemd.
Meer informatie over avontuurlijke activiteiten in Hongarije, klik hier.