Vogels kijken is populairder dan ooit. Helemaal in het dating seizoen dat inmiddels gierend op gang is gekomen. Salt ging op kraamvisite in de 10 grootste en mooiste broedplaatsen van Nederland. Uitgevogeld? Kies dan voor een van de vele fiets-, mountainbike-, wandel- of kanoroutes in de buurt.
Tekst: Matthijs Meeuwsen | Beeld: Shutterstock
OP HOGE POTEN
Broedplaats Het Fochteloërveen, op de grens van Drenthe en Friesland. In de kijker Kraanvogels.
Uit de veren Ooit werd een groot deel van Nederland bedekt door een dikke laag veen. Vanaf de middeleeuwen werd het leeuwendeel echter losgewrikt, opgegraven, gedroogd en opgestookt als turf. Behalve in het Fochteloërveen; een van de laatste hoogveengebieden van West-Europa. Vogels zijn maar wat blij met dat drijfnatte natuurgebied ten westen van Assen. Vanuit de lokale vogelhut en uitkijktoren kun je je tureluurs staren op al die lepelaars, watersnippen, witgatjes, geoorde futen en andere natnekken.
Maar de trots van het Fochteloërveen is toch echt de kraanvogel: de exotische steltenloper die met zijn vuurrode keppeltje in steeds grotere aantallen door het zompige hoogveen beent. In 2001 streek het eerste broedpaartje na eeuwen van afwezigheid weer neer in het Hollandse veen. Afgelopen zomer broedde negen paartjes alweer twaalf kuikens uit.
Uitgevogeld Vanaf de parkeerplaats aan de Brunstingerplas heeft Natuurmonument een fijn ommetje uitgezet, die in 4 kilometer over de zandrug, heide en – hoera – het hoogveen van het Fochteloërveen krult. Of pak de fiets en volg 30 km lang het gelijknamige fietsrondje dat alle bijzondere hutten en uitkijktorens van het gebied aaneenrijgt.
Verkrijgbaar in de Salt shop
PARADIJSVOGELS IN DE POLDER
Broedplaats De Groene Jonker, deel van de Nieuwkoopse Plassen in Zuid-Holland. In de kijker Smienten.
Uit de veren Bij beginnende vogelaars zijn eenden vaak een blinde vlek. Te gewoontjes. Te plomp. Altijd maar dat gespetter-spieter-spater in het water. Gááááp. Doorgewinterde vogelaars weten wel beter: eenden zijn de paradijsvogels van de Hollandse polder. Weinig andere vogels in ons land dobberen rond met zulke bonte koppies.
Kijk nou toch eens naar die smient, met zijn kastanjebruine kop, roomgele voorhoofd en glimmend zwarte snavelpunt. Deze ‘fluiteend’ overwintert met honderdduizenden tegelijk in Nederland. Zo ook in de Groene Jonker: ooit een kaal stuk akkerland, nu een vogel(aars)walhalla vol rietkragen, nat gras en heul veul water. Eerlijk is eerlijk: de meeste van de tienduizend-plus smienten die hier ’s winters hun buik rondeten, hebben in april hun biezen al gepakt. Toch blijft een deel lekker plakken om een ei te leggen of wat zomerzon mee te pakken.
Uitgevogeld Vanaf kanoverhuur Nikano in Noorden peddel je in 9 kilometer de prachtige, rode ronde over de Nieuwkoopse plassen.
KNALGROENE HERRIESCHOPPERS
Broedplaats Het Amsterdamse Vondelpark. In de kijker Halsbandparkieten.
Uit de veren Vogelen is al lang niet meer een liefhebberij van louter baardmannetjes in afritsbroeken. In coronatijd trokken meer en meer Nederlanders er met verrekijker en vogelgids op uit. Het is dan ook een hobby om gemakkelijk aan verslingerd te raken. Ook middenin de stad en zonder enige kennis vink je in een handomdraai je eerste vogels af. De halsbandparkiet is misschien wel de makkelijkste instapvogel om te spotten. Ooit kwam deze bonte tropengast in ons land alleen in dierenwinkels en tuincentra voor, maar een paar ontsnapte exemplaren hebben sinds de jaren 70 in sneltreinvaart de Hollandse stadsjungle verovert.
Volgens sommige is dat te danken aan een oud vrouwtje die in het Vondelpark decennialang de eerste exemplaren met het nodige krachtvoer in leven hield. Inmiddels fladderen er in de hoofdstad al ruim 5.000 exemplaren rond. Mocht je hun knalgroene verenkleed al kunnen missen, dan volg je gewoon je oren. Rond zonsondergang zitten in één boom vaak wel honderd van die lawaaipapegaaien hun strot schor te schreeuwen.
Uitgevogeld Vogels en andere diersoorten in de stad verschillen steeds meer van hun familieleden op het plattenland. Lees alles over deze urbane evolutie in het fascinerende boek Darwin in de stad van bioloog Menno Schilthuizen (352 pag.).
Verkrijgbaar in de Salt shop
Darwin in de Stad
Evolutiebioloog Menno Schilthuizen laat op wervelende wijze zien wat de invloed is van toenemende verstedelijking op de evolutie van mens, dier en natuur.
Bestellen kan via de Salt shop
VREEMDELINGENLEGIOEN
Broedplaats Nationaal Park Weerribben-Wieden. In de kijker Reigers.
Uit de veren In het Fochteloërveen bleef het hoogveen behouden. Een klein stukkie zuidelijker, ten westen van Meppel, ging de schop vanaf de middeleeuwen wel eeuwenlang de grond in om turf los te wroeten. Zonde? Zeg het maar. Zo ontstond namelijk wel de kletsnatte natuur van de Weerribben-Wieden, het grootste laagveenmoeras van West-Europa.
De lokale vogels hoor je er allerminst over klagen. Zeker in het zuiden van de streek – de Wieden dus – zit een vreemdelingenlegioen van bijna zeshonderd aalscholvers, lepelaars en andere grote broedvogels elk voorjaar op hun knokige knietjes de hemel te danken. Het is ook een ideale stek voor iedereen die bij reigers enkel denkt aan die grijze gasten die standbeeldje spelen langs de slootkant of – steeds vaker – frietjes gappen in de stad. Aanschouw toch eens die shine van de purperreigers! Vergaap je aan het hagelwitte verenpak van de koereiger! En luister naar de kwak van de kwak!
Uitgevogeld WeerribbenSUP verhuurt op meerdere plekken binnen het nationale park supplanken voor een toffe tocht door deze Hollandse wetlands.
WIE ROEPT DAAR IN HET RIET?
Broedplaats De Onlanden, vlak onder de stad Groningen. In de kijker Moeras- en rietvogels, zoals de roerdomp.
Uit de veren De Onlanden zijn het afvoerputje van Groningen. Vrij letterlijk. Als de weergoden echt hun best doen, mag al het overtollige regenwater uit de stad – en de beekdalen in de regio – vrijuit klotsen in dit 15 jaar jonge natuurgebied. Vanaf de start van de herinrichting waren vogels er als de kippen bij om het leeuwendeel van de Onlanden op te eisen. Inmiddels fladderen er meer dan honderd soorten rond. Je kunt er in één oogopslag duizenden brandganzen, stormmeeuwen of spreeuwen zien opstijgen. Uitslovers.
Wie echt van een uitdaging houdt, richt zijn aandacht op de veel schuchtere soorten die zich verscholen houden in het riet. De roerdomp voorop. Je moet van goeden huize komen – of in ieder geval van een goede opticien – om de schutkleuren van deze kleine rietreiger te ontwaren. Maar zijn geluid is uit duizenden te herkennen: een diepbronstig hoemp-hoemp dat het midden houdt tussen een doffe misthoorn en een sms op trilstand.
Uitgevogeld Via het lokale fietsknooppuntennetwerk trap je vanuit Groningen in 40 kilometer een rondje door en om de Onlanden.
180.000 GRUTTO’S
Broedplaats Utopia, aan de oostkant van Texel. In de kijker Rosse grutto’s.
Uit de veren Texel is een van de meest geliefde bestemmingen onder vaderlandse vogelaars. Schouder aan schouder staan ze vanaf de zeedijk te turen over het wad. Je zou bijna vergeten dat er pal achter hun rug, aan de binnenkant van de dijk, de laatste tien jaar nog een pleisterplaats voor trekvogels is ontstaan. Utopia is de naam. Niet omdat John de Mol na het openen van zijn beerput nu ook natuurdocu’s probeert uit te venten, maar omdat onder meer rosse grutto’s hier alles vinden wat hun hartje begeert.
Van de 240.000 rosse grutto’s die wereldwijd rondvliegen, kan wel driekwart in het voor- of najaar in ons land zijn neergestreken. Vooral in het waddengebied voelt dit arctische neefje van onze eigen grutto zich de koning te rijk. Met duizenden tegelijk friemelen ze hun maaltijd uit de schorren. Je ziet ze niet? Draai je nou eens om, joh. Bij hoog water of grote drukte, verhuist de hele bups naar de binnendijkse schelpenstrandjes van Utopia. Wie vanaf de veerboot de 32 km lange fietsroute Vogelboulevard Texel naar de vuurtoren volgt, komt er vanzelf langs.
Uitgevogeld Ook eens ervaren hoe het is om al klapwiekend te worden opgetild door de waddenwind? Steek door naar de westkant van het eiland voor een lesje kitesurfen bij een van de drie Texelse surfscholen.
VLIEGENDE DEUREN
Broedplaats Nationaal Park De Biesbosch. In de kijker Zee- en visarenden.
Uit de veren Ten oosten van Dordrecht hebben de zilte Noordzee en de zoete Maas en Waal sinds de Sint-Elizabethvloed van 1421 een buitengewoon rijk getijdengebied in elkaar gekleid. Vinden ze leuk, die vogels. En dus broeden in de Biesbosch onder meer blauwborsten, nachtegalen, ijsvogels, rietzangers, snorren, baardmannetjes, roerdompen… sorry, maar de waslijst is zóóóó lang dat we het hier maar even bij laten.
De ware sterren van het gevederde ballet zijn immers de zeearend en de visarend. Sinds 2012 broeden er zeearenden in de Biesbosch en vier jaar later namen ook de eerste visarenden hun intrek. Uiteraard hoef je geen gigantische aantallen te verwachten, zoals bij brandganzen en andere kuddedieren het geval is. Maar het is des te bijzonderder om de grootste roofvogels van Europa hier te zien bidden boven het water. Waar te kijken? Op beleefdebiesbosch.nl kun je een kaart downloaden met hun favoriete verstopplekken.
Uitgevogeld Huur bij de bezoekerscentra een supplank, kano of kajak om het doolhof aan kreken en eilandjes wilgenbos vanaf het water te verkennen.
Lees meer in de Salt reportage NP De Biesbosch en Het Haringvliet
BLIJ EI
Broedplaats Het Haringvliet, een voormalig zeearm nabij Rotterdam. In de kijker Grote sterns.
Uit de veren In de jaren 70 werd het Haringvliet door de aanleg van de Deltawerken afgesloten van de Noordzee. Zonder de invloed van eb en vloed, zout en zoet, werd de ooit zo dynamische deltanatuur in de geamputeerde zeearm steeds kariger. Vandaar dat drie jaar terug werd besloten om de sluizen zo nu en dan toch weer even open te zetten – het kierbesluit in polderjargon – en daarmee vis en zout water door te laten. Sindsdien zitten talloze vogelsoorten weer goedkeurend te kwetteren op en rond het Haringvliet.
Je kunt er vele duizenden spreeuwen of brandganzen zien bijtanken, maar ook het helblauwe borstje van de blauwborst zien opduiken in het riet. Een van de trouwste stamgasten is de grote stern, de zwart-witte kilometervreter die eind maart vanuit West-Afrika komt aangesneld om in het Haringvliet te voeden en broeden. Aan de rand van vogelreservaat Scheelhoek is wel een heel fors sternenei neergelegd. Dit 8 meter hoge en 11 meter lange broedsel is het wonderschone Vogelobservatorium Tij, met 360-graden-uitzicht op een kolonie grote sterns.
Uitgevogeld In Hellevoetsluis en Stad aan ’t Haringvliet – een dorpje – kun je kano’s en kajaks huren voor een potje peddelen op het Haringvliet.
Lees meer in de Salt reportage NP De Biesbosch en Het Haringvliet
IN DE DUITSE DREK
Broedplaats Het Zwillbrocker Venn, net over de Duitse grens bij het Gelderse Groenlo. In de kijker Flamingo’s.
Uit de veren Met hun felroze sjansjas en iele stelten zijn flamingo’s van Bonaire tot Gambia het symbool geworden van hagelwitte stranden en fonkelmooie meren. Toch heb je er altijd van die gasten bij die met hun poten liever in de Duitse drek staan. Vandaar dat je in de achtertuin van de Achterhoek, net over de grens met Duitsland, vrolijk op visite kunt bij ’s werelds meest noordelijke kolonie wilde flamingo’s.
Sinds de jaren 80 strijkt een groep van zo’n vijftig exemplaren elk voorjaar neer in een Duitse veenmoeras. Hoewel er ook wel eens een kuiken ten prooi valt aan hongerige vossen, kruipen halverwege juni doorgaans de eerste stuntelaars uit het ei. In juli pakt de hele groep weer de koffers, waardoor je het als vogelaar verder moet doen met 16.000 kokmeeuwen; de grootste kolonie van heel Duitsland.
Uitgevogeld Ter ere van de roze tropengasten is rond het Zwillbrocker Venn de grensoverschrijdende Flamingoroute bewegwijzerd. Dit meerdaagse fietsrondje kronkelt maar liefst 450 kilometer lang door Twente, de Achterhoek en het Westmünsterland.
Verkrijgbaar in de Salt shop
OPGESPOTEN EILANDEN
Broedplaats Nationaal Park De Marker Wadden. In de kijker Kluten.
Uit de veren Vogelaars houden van woordgrapjes. ‘De snavel van een wulp wijst naar zijn gulp, een kluut wijst naar zijn snuut’, luidt het ezelsbruggetje waarmee beginnende vogelaars de twee langsnavelige steltenlopers uit elkaar moeten zien te houden. Knoop het in je oren, want midden in het IJsselmeer – in de opgespoten eilandjes van de Marker Wadden – kun je in één blik tientallen kromme klutensnaveltjes spotten.
Het nieuwste nationale park van Nederland werd pas de laatste vijf jaar geboetseerd van opgebaggerde slik en zand, maar vormt voor vogels als de kluut nu al een razend populair wegrestaurant. Vanuit de haven van Enkhuizen worden geregeld vogelexcursies georganiseerd. Maar je kunt ook prima op eigen houtje wandelen naar de weergaloze vogelkijkhutten op de vijf eilanden, bijna even fotogeniek als het uitzicht zelf. Een van de aanraders is de verzonken hut ‘De Duikeend’, waar je met je ‘snuut’ pal op de waterlijn zit en ook onder het oppervlak kunt koekeloeren.
Uitgevogeld Niet alleen vogels strijken maar wat graag neer op de Marker Wadden. Op het hoofdeiland kun je op de 4,2 kilometer lange Vlinderroute al wandelend de lokale biologen bijstaan door vlinders te turven op de Butterfly Count app.