Het is de beroemdste snelweg ter wereld, ook al bestaat hij allang niet meer: Route 66, The Mother Road die tijdens het interbellum berooide Amerikanen op zoek naar een beter leven massaal westwaarts leidde. Na de Tweede Wereldoorlog kregen deze gelukzoekers gezelschap van toeristen en later volgden de hippies die op weg waren naar de Californische stranden. Zo was de mythische weg ruim een halve eeuw lang een unieke microkosmos van de Amerikaanse Droom, die even aanstekelijke als onstuitbare drang naar vrijheid, voorspoed en een glorieuze toekomst.
‘If you ever plan to motor west. Travel my way, take the highway that is best. Get your kicks on route sixty-six.’ – Nat King Cole
Tekst: Nils Elzenga | Beeld: Shutterstock, Unsplash
In 2018 werd Louie the Lumberjack onthoofd; heel het stadje Flagstaff in de staat Arizona was ontdaan over de laffe misdaad. Hoe kon het ook anders: het metershoge standbeeld had jarenlang hun sportstadium gesierd, en nu het wegens werkzaamheden tijdelijk buiten was neergezet, hadden vandalen prompt zijn hoofd gegapt. Louie was een heus icoon. Hij had immers nog gefigureerd in een scène van Easy Rider, de legendarische roadmovie uit 1969 over twee ontketende motormuizen die meteen na zijn release al alle bezoekersrecords had gebroken. De bewuste scène speelde zich af bij een benzinestation langs Route 66 in Flagstaff. En dat was niet toevallig, want de snelweg had toen al een mythische status verworven en kon dus niet ontbreken in een film die de Zeitgeist van de sixties als geen ander wist te vangen.
De vader van Route 66
Ruim veertig jaar eerder, richting het einde van de roaring twenties, zette een zakenman uit het stadje Tulsa in de staat Oklahoma de eerste stappen op een pad dat hem uiteindelijk de bijnaam Father of Route 66 zou bezorgen. Cyrus Avery was als jochie met zijn ouders nog per huifkar vanaf de oostkust een nieuw leven in het Middenwesten in gehobbeld, een ervaring die in zijn pijnlijke achterste het besef plantte dat betere wegen dé manier waren om letterlijk en figuurlijk vooruit te komen in het leven. Avery raakte betrokken bij The Good Roads Movement, een beweging die sterk was gegroeid dankzij de massaproductie van automobielen. Als voorzitter van Oklahoma’s snelwegcommissie ijverde hij voor de introductie van een nationaal netwerk van genummerde snelwegen.
In 1926, het jaar waarin de aanleg van Route 66 begon, was Avery een van de oprichters van de U.S. Highway 66 Association, een club die ijverde voor de volledige asfaltering van de route. Een monumentale klus, want Route 66 meanderde bijna vierduizend kilometer lang (zuid)westwaarts, door acht Amerikaanse staten, van Chicago (Illinois) helemaal naar Los Angeles aan de Californische kust. Niettemin mocht Route 66 zich in 1938 de eerste volledig verharde snelweg van de Verenigde Staten noemen – en daarmee waarschijnlijk meteen ook van de hele planeet.
Een stoffige depressie
Terwijl Route 66 werd uitgerold over het Amerikaanse continent, voltrok zich halverwege de jaren ’30 een van de grootste rampen uit de Amerikaanse geschiedenis: The Dust Bowl. Langdurige droogte en onverantwoord intensieve landbouw veroorzaakten op de onafzienbare prairies van het Middenwesten stofstormen zó enorm dat ze de horizon niet zelden aan het zicht onttrokken. En om het allemaal nog wat erger te maken, had de daverende beurscrash van 1929 al de Grote Depressie ingeluid, de grootste economische crisis van de twintigste eeuw.
De rampspoed uit de jaren ’30 was ironisch genoeg een zegen voor Route 66.
De rampspoed betekende ironisch genoeg een zegen voor Route 66. De weg stroomde immers vol met wanhopige mensen op zoek naar werk in de pas ontgonnen landbouwgebieden van Californië. In de volksmond gingen deze onfortuinlijke types neerbuigend Okies of Arkies heten, naar de staten Oklahoma en Arkansas, waar velen van hen vandaan gevlucht waren. Langs Route 66, die onder andere was aangelegd om talloze geïsoleerde stadjes en gehuchten aan te sluiten op het moderne tijdperk, begon een rudimentaire roadside economy te ontstaan van benzinestations, motels, cafés en restaurants, bevoorradingswinkels enzovoorts.
Hamburgers en hippies
Sheldon ‘Red’ Chaney arriveerde vlak na de Tweede Wereldoorlog in Springfield in de staat Missouri, destijds niet meer dan een vlek op de kaart. Maar Springfield had één troefkaart: het lag langs Route 66. En dat trok ondernemende types aan als Red, die zijn bijnaam dankte aan de kleur van zijn manen. Samen met zijn kersverse bruid kocht de jongeman er een benzinestationnetje, al snel uitgebreid met een café en een eigen kudde vleeskoeien. Uit die combinatie ontstond uiteindelijk Red’s Giant Hamburg, volgens velen ’s werelds eerste drive-through hamburgerrestaurant. De tent groeide uit tot een van de bekendste pleisterplaatsen langs Route 66, die tijdens de oorlog gevoed werd met arbeiders die hun geluk gingen beproeven in de Californische oorlogsindustrie.
Al in het begin van de oorlog, in 1940, hadden de broers Richard en Maurice McDonald hun eerste vestiging geopend in het Californische San Bernadino. En ook dat plaatsje lag langs Route 66, niet al te ver van eindhalte Los Angeles. Zo liftte de snelweg mee op het succes van de ontluikende fastfoodindustrie in Amerika – of misschien was het eigenlijk wel andersom.
De snelweg liftte mee op het succes van de ontluikende fastfoodindustrie in Amerika – of misschien was het eigenlijk wel andersom.
Hoe het ook zij, na economische rampspoed en wereldoorlog brak een periode aan van ongekende groei. En Route 66 bleef zich bewijzen als The Main Street of America, dé toegangsweg naar meer vrijheid, voorspoed en levensgeluk. Ten eerste dankzij de aanzwellende stroom geluksvogels die in de jaren ’50 Route 66 nam op weg naar een geheel nieuw fenomeen: vakantie, en wel langs de stranden van Californië. De roadside economy breidde uit met souvenirshops, attracties als dierentuinen en nagebouwde Indianendorpen, uitzichtpunten voor het nemen van familiekiekjes en ander vertier voor de nieuwe reizigers.
En dat werden er alleen maar meer toen het hippietijdperk aanbrak. Talloze busjes, motorfietsen en andere veelkleurige voertuigen vol vrolijk versierde jongelingen namen Route 66 richting The Golden State. Voor de hippies symboliseerde Californië het Wilde Westen in de positieve zin van het begrip: een vrijstaat waar alles kon en mocht, ver weg van de benepen normen en waarden van christelijk small town America. Een oase zonder verstikkende regels, waar een nieuwe samenleving geregeerd door liefde zich begon af te tekenen. En Route 66 was dé manier om dat walhalla te bereiken.
Pad der Tranen
De meeste reizigers zijn zich er hoogstwaarschijnlijk nooit van bewust geweest, maar Route 66 raakte ook aan de donkere kanten van de onstuitbare Amerikaanse drang westwaarts. En wederom wel letterlijk, want een deel van de snelweg in Missouri overlapte de noordelijke route van de Trail of Tears, het padennetwerk waarover Cherokee-indianen in 1838 op basis van de Indian Removal Act gedwongen hun thuislanden moesten verlaten. Van de geschatte twaalfduizend Cherokee die deze noordelijke route volgden, overleden er onderweg zo’n drie- tot vierduizend. De overlevenden vestigden zich in onherbergzame reservaten die hen door de overheid was aangewezen. Vergelijkbare gedwongen herhuisvestingen vielen overigens veel meer stammen ten deel. Het zijn relatief kleine, maar veelzeggende voorbeelden van de genocide die de Noord-Amerikaanse Indianen overkwam dankzij de landhonger van blanke kolonisten.
En tijdens het tijdperk van segregatie als officiële staatspolitiek (1900-1939) werden Afro-Amerikanen – die andere bevolkingsgroep die de meest inktzwarte bladzijden van de Amerikaanse geschiedenis belichaamt – geweerd in restaurants, motels en benzinestations langs grote delen van Route 66. Laat staan dat ze er zelf een zaak mochten openen. In zogenaamde Sundown Towns langs de weg mochten tussen zonsondergang en zonsopkomst zelfs helemaal geen Afro-Amerikanen komen, een verbod dat autoriteiten en lokale blanke knokploegen desnoods met de knuppel in stand hielden. In 1936 publiceerde Victor H. Green, een zwarte postbeambte uit New York, daarom het Negro Motorist Green Book. Daarin somde hij plekken op langs Route 66 waar Afro-Amerikanen zonder gevaar voor lijf en leden naar binnen mochten. De laatste editie van het boek, dat uiteindelijk de hele Verenigde Staten was gaan behandelen, kwam uit in 1966.
In de zogenaamde Sundown Towns langs de route mochten tussen zonsondergang en zonsopkomst geen Afro-Amerikanen komen.
De delta droogt op
In dat jaar was de neergang van Route 66 feitelijk al begonnen – al was dat dan nog nauwelijks zichtbaar voor reizigers. Het doodvonnis van de snelweg was zelfs al tien jaar eerder getekend, en wel door de Amerikaanse president Dwight D. Eisenhower. Als opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten tijdens de Tweede Wereldoorlog had de ijzervreter namelijk met een mengeling van bewondering en jaloezie gekeken naar Hitlers Autobahnen, de Duitse nationale snelwegen die razendsnel troepentransport mogelijk maakten. En dus zette Eisenhower in 1956 zijn handtekening onder de Federal Aid Highway Act, een wet die een federaal bestierd snelwegennetwerk voorzag – dit in tegenstelling tot het netwerk van Cyrus Avery, dat aanleg en onderhoud van snelwegen aan de afzonderlijke staten liet.
Door dat lokale bestuur per staat was Route 66 feitelijk altijd meer een delta van aaneengekoppelde wegen geweest dan één enkele weg. En net zoals een rivierdelta constant verandert onder invloed van toevloeiend of wegblijvend water, bewoog ook Route 66 sinds zijn aanleg constant mee met de ambities van bestuurders, de voortschrijdende wegenbouwtechniek en vooral ook met de immer aanzwellende drommen reizigers. Maar nu steeds meer stukken van Route 66 werden vervangen door nieuwe, parallel lopende Interstate Highways, begon de delta langzaam maar zeker op de drogen. Cyrus Avery’s U.S. Highway 66 Association probeerde het tij uiteraard te keren, geholpen door steeds meer stadjes langs de route die met afgrijzen gadesloegen hoe de slagader die hen van zuurstof voorzag werd dichtgeknepen. Maar het bleek vechten tegen de bierkaai. In 1985 werd Route 66 officieel opgeheven. The Mother Road was niet meer.
In 1985 werd Route 66 officieel opgeheven. The Mother Road was niet meer.
Geëtst in het bewustzijn
Route 66 mag officieel dan niet meer bestaan, dat betekent allerminst dat hij is verdwenen. Het merendeel van de staten langs de route heeft zijn eigen Route 66 Associations opgericht en onderhoudt delen van de originele snelweg, veelal onder het originele nummer 66. Sommige stukken Route 66 zijn zelfs behouden gebleven in hun originele sidewalk highway breedte van negen voet (2.7m), veel smaller dus dan een moderne snelweg. Illinois, Missouri, New Mexico en Arizona hebben gezamenlijk een National Scenic Byway toegewezen gekregen onder de naam Historic Route 66. In 1999 tekende president Bill Clinton de National Route 66 Preservation Bill, waarmee een flinke zak geld vrijkwam voor bescherming en onderhoud van Route 66.
Maar Clintons handtekening maakte vooral duidelijk hoezeer Route 66 – veel meer nog dan in het fysieke – in het culturele bewustzijn van de Verenigde Staten is geëtst. Er is geen weg die The American Dream, met al zijn mooie én lelijke kanten, zozeer vertegenwoordigt als Route 66. En die zal er waarschijnlijk ook nooit meer komen.
Bezongen, beschreven, bejubeld
Er is geen snelweg die figureert in zoveel culturele uitingen als Route 66. Literatuur: De klassieke roman De Druiven der Gramschap (The Grapes of Wrath, 1939) van de Amerikaanse literaire gigant John Steinbeck volgt een familie die vanuit Oklahoma over Route 66 naar Californië trekt. Het boek won de prestigieuze Pulitzer Prize, de verfilming uit 1940 twee Oscars.
Nog beroemder is het boek Op Weg (On the Road, 1957) van Jack Kerouac, het bekendste lid van de Beat-generatie, een literaire beweging waaruit onder meer de hippiebeweging veel inspiratie zou putten. Het boek is een wervelend avontuur dat de ongekende vrijheid viert die Amerika’s wegennet – en Route 66 in het bijzonder – bood aan jonge mensen.
Muziek: In 1946 had jazzmuzikant Nat King Cole een hit met het nummer (Get your kicks on) Route 66, een travelogue dat belangrijke stops langs de weg bezingt en opent met de inmiddels legendarische frases: ‘If you ever plan to motor west / Travel my way, take the highway that is best / Get your kicks on route sixty-six.’ Het liedje werd gecoverd door The Rolling Stones, Bing Crosby, Chuck Berry en vele anderen.
Het nummer Cadillac Ranch van Bruce Springsteen ontleent zijn naam aan een roadside attraction langs Route 66 nabij het plaatsje Amarillo in Texas. Film en tv: Tussen 1960 en 1964 zond CBS de televisieserie Route 66 uit. 116 afleveringen lang volgde het Amerikaanse publiek de avonturen van twee jongelingen die in een schitterende Chevrolet Corvette cabrio de beroemde route afleggen.
Route 66 is eveneens gebruikt in talloze films, zoals Rain Man met Dustin Hofmann en Tom Cruise (1988). In de animatiefilm Cars (2006) staat het dorp Radiator Springs vol met bezienswaardigheden die langs Route 66 te vinden zijn.
Kamelen? Kamelen!
In 1857 kreeg luitenant Edward Fitzgerald Beale een curieuze opdracht van het ministerie van Oorlog: een weg aanleggen langs de 35e breedtegraad, en vervolgens testen of kamelen een geschikt vervoermiddel zouden vormen op die weg, die immers veel woestijnachtige gebieden doorkruiste. Die kamelen bleken het prima te doen – geen beest zo taai als ‘het schip der woestijn’ – maar de Amerikaanse Burgeroorlog verstoorde het experiment, dat uiteindelijk werd afgeblazen. Maar Beales kamelenweg bleef, en werd uiteindelijk onderdeel van Route 66.
1926-2026
In 2026 viert Amerika het Route 66 Centennial. Mocht je van plan zijn om de iconische route ooit (deels) te rijden, dan is 2026 waarschijnlijk wel een je beste kansen. Alle plaatsen langs de route zullen alles uit de kast trekken om de 100e verjaardag van Route 66 memorabel te maken.
Route 66: zelf rijden?
Route 66 symboliseert hoe Amerikanen zichzelf graag zien: als vrije, mobiele mensen. Daarom wordt de route nog steeds veel gereden, ook is dat nu over een lappendeken van verschillende wegen. De meeste reizigers beginnen in Chicago en eindigen in Los Angeles; een deel (of delen) van de route rijden kan natuurlijk ook.
De volgende websites helpen je bij een gedegen voorbereiding, bijvoorbeeld bij het uitvogelen van de snelwegnummers die per staat de vroegere Route 66 vervangen (US 55 in Illinois, US 44 in Missouri, US 40 in Oklahoma enzovoorts), en waar de wegdelen liggen die nu Historic Route 66 heten. theroute-66.com heeft een top-10 bezienswaardigheden per staat, en is sowieso een van de meest complete bronnen over The Mother Road. National66.org is de website van de National Historic Route 66 Federation, een van Amerika’s meest vooraanstaande clubs ter bescherming en promotie van Route 66.
Meer websites met handige informatie over Route 66
- drivingroute66.com
- route66roadtrip.com
- historic66.com
- route66news.com
- roadtrippers.com
- independenttravelcats.com
Route 66 op de fiets
Geloof het of niet, maar je kunt The Mother Road tegenwoordig van a tot z fietsen. Hoe mooi is dat in autoland pur sang Amerika? U.S. Bicycle Route 66 is niet alleen onderdeel van het United States Bicycle Route System, maar ook van het Adventure Cycling Route Network. De website van die laatste organisatie (adventurecycling.org) biedt gedetailleerde informatie over de zes etappes waarin de fietsroute is opgeknipt, een veelheid aan goede kaarten en veel andere onmisbare informatie. Onnodig te zeggen dat gedegen training en voorbereiding noodzakelijk zijn, mocht je je daadwerkelijk geroepen voelen om Route 66 per tweewieler te gaan verkennen.