Vogels, houd je nest in de gaten! De koekoek is deze lente weer actief in Nederland. Salt riep de vliegende veelpleger op het matje.
Tekst: Matthijs Meeuwsen | Dit artikel verscheen eerder in Salt Magazine
“Vogels die te laf zijn om zelf hun eieren uit te broeden en ze dus stiekem bij anderen in het nest leggen. Walgelijk.”
U weet waarom u hier bent?
“Ik heb de dagvaarding ontvangen, ja.”
U wordt onder meer verdacht van ouderlijke onachtzaamheid. Verwaarlozing, zo u wilt.
“Ik zou niet weten waar u het over heeft. Ik heb niet eens kinderen.”
Correctie: u heeft de laatste vijf jaar 103 nakomelingen op de wereld gezet. U heeft ze alleen niet zelf groot gebracht. Sterker nog, u heeft ze niet eens uitgebroed. Dat is waarom we hier vandaag zijn. Broedparasitisme.
“Ik ken het begrip. Van die vogels die te laf zijn om zelf hun eieren uit te broeden en ze dus stiekem bij anderen in het nest leggen. Walgelijk. Met dat soort praktijken wil ik niets te maken hebben.”
Pardon, u bent de enige vogelsoort in Europa die dit soort misdaden pleegt. We hebben getuigen. Allemaal verklaren ze dat u eieren heeft gelegd in de nesten van andere vogels. Hetzelfde geldt overigens voor nog tal van andere koekoeksvrouwtjes. De woorden ‘georganiseerde misdaad’ komen naar boven.
“Getuigen zegt u? Blinde vinken zeker.”
Dit is een serieus delict, mevrouw! Jaar in, jaar uit, soms wel 30 eieren per jaar leggen in andermans nest. Elk ei bij een ander slachtoffer.
“Dertig per jaar? Waar ziet u me voor aan? Een ordinaire broedmachine?”
En u kiest uw slachtoffers met voorbedachte rade uit. Precies de soorten wiens eieren u goed kunt imiteren. De meeste koekoeken zijn gespecialiseerd in graspiepers of karekieten. Maar ook heggenmussen, roodstaarten, rietzangers, tuinfluiters, winterkoninkjes…
“Winterkoninkjes? Weet je hoe klein die beesten zijn? Alsof ik mijn kont in hun nest gewurmd krijgt.”
Ik heb hier de uitslag van uw inwendige test. U weet donders goed dat koekoeksvrouwtjes hun eileider een beetje buiten hun lichaam kunnen persen, waardoor ze zelfs kunnen binnentreden in de kleinste nesten.
“Zeg, wat zijn dit voor intieme details?”
Dus u ontkent? Het stelselmatig stalken van uw slachtoffers. Uw partner die de slachtoffers afleidt. De inbraken. De moord!
“Moord?”
Als u in het nest van een heggenmus zes eieren ziet liggen, eet u er systematisch eentje op. Om zo het totaal gelijk te houden en uw nietsvermoedende slachtoffers in de waan te laten dat ze hun eigen broedsel groot brengen. Het opeten van weerloze, nog ongeboren kinderen: vindt u dat soms geen moord?
“Hallo, alsof wij het zo makkelijk hebben. Als zo’n heggenmus mijn ei wel ontmaskert, kiepert-ie hem ook gewoon overboord. Dat is net zo goed moorddadig.”
Dus u erkent?
“Ik… Ik… Ik kan er niets aan doen. Ik ben een slachtoffer van mijn eigen genen! Mijn ouders hebben mij ook in de steek gelaten voordat ik überhaupt geboren was. Over een slechte jeugd gesproken. Ter wereld komen in een vreemd nest. Blind nog wel. Maar met een uiterst gevoelig plekje op je rug, waarmee je kan aftasten of er nog andere vogeltjes in dat nest liggen. Ik weet nog dat ik net zo lang ben gaan liggen duwen tot ik de concurrentie stuk voor stuk – nog in het ei of al uitgebroed – eruit had geflikkerd. Zo zijn koekoeksjongen nu eenmaal afgebakken. We doen het allemaal. Ik geef het toe: ik zou het zo weer doen!”
Waarna jullie gerust al het eten voor het hele nest opeisen en binnen de kortste keren drie koppen groter zijn dan jullie zogenaamde pleegouders.
“Ja, je zou denken dat er dan wel een belletje gaat rinkelen dat we niet hun biologische kroost zijn. Maar nee hoor.”
Volgende punt op uw kerfstok: identiteitsfraude.
“Nee, nu sla je door.”
Uw spitse vleugels. De dunne dwarsstrepen op uw buik. U probeert verdacht hard om op een sperwer te lijken. Volgens recent onderzoek imiteert u geregeld zelfs vlekkeloos de roep van de sperwer, zodat uw beoogde slachtoffers doodsbang op de vlucht slaan en u alle tijd heeft om uw broedparasitisme te plegen.
“Pure demonisatie. Abject en infaam.”
Dan kom ik bij het laatste punt: de smokkelpraktijken?
“Sorry?”
Kom op. U komt halverwege mei in Nederland aan. U pleegt u reeds besproken misdaden. En vliegt daarna vaak in juni alweer op uw ingebouwde tomtom richting Afrika. Vanwaar die snelheid? Wat heeft u nog meer te verbergen, mevrouw?
“Ik zeg niets meer tot mijn advocaat er is.”