We worden doodgegooid met slecht nieuws over de natuur: het is alarmfase één, het is twee voor twaalf. Moeder Aarde is ernstig bedreigd door ons ‘soort’. Het is om moedeloos van te worden. Toch geeft de natuur de strijd niet op. Integendeel, ze trakteert ons op een overvloed aan kleur. Misschien wel in een ultieme poging ons op een pósitieve manier op te roepen om toch vooral zuinig te zijn op al dat moois. We moeten het alleen wel willen zien, die oogverblindende schoonheid van onze planeet. Salt selecteerde een kleine greep van alle kleurenpracht, van de Wielewaal in Nederland, de Peruaanse Vinicuncabergen, tot aan de koolzaadbloemvelden in China.
Tekst: Natasha Bloemhard | Beeld: Shutterstock
Kroegentocht voor bijen
Vanuit de verte lijken het rijstvelden die bezweken zijn onder de bloedhete zon, maar niets is minder waar. Deze gouden zee die jaarlijks, aan het begin van de lente de Chinese regio Luoping in Yunnan overspoelt, zijn koolzaadbloemen die in de zachte bries als golven binnenrollen. Een schouwspel dat in deze omvang nergens anders ter wereld voorkomt en het onbekende Chinese platteland verandert in een bedevaartsoord voor fotografen wereldwijd.
Koolzaadbloemen worden geplant om hun bakolie uit hun zaden te oogsten, maar ook het gebruik van koolzaadolie als biobrandstof neemt wereldwijd toe. China behoort na India tot de grootste koolzaadproducenten ter wereld, en de boerderijen in Luoping zijn op hun beurt de grootste van het land.
Behalve toeristen en fotografen trekken de gele rakkers ook hordes bijen aan die op de zoete lentegeur afkomen en zich in Luoping helemaal vol laten lopen met nectar. Om de bijen niet te veel reistijd te bezorgen, reizen de imkers jaarlijks met hun werkers mee. Midden tussen de koolzaadboerderijen bouwen zij hun basecamp op met tenten en mobiele bijenkorven. Zodra de koolzaadtap leeg is, breken ze de boel weer op en vervolgen ze hun kroegentocht. Ook in Nederland vind je heel veel koolzaadbloemen, maar voor iets vergelijksbaars met China, zal je naar Oost-Groningen moeten reizen.
Regenboogbergen
Moeder Natuur was duidelijk in een opperbeste stemming toen ze de Peruaanse Vinicuncabergen uit de grond stampte. De regenboogbulten geven je in ieder geval het gevoel alsof je in een surrealistisch schilderij verzeild bent geraakt. De kleurrijke kunstwerken ontstonden zo’n 25 miljoen jaar geleden toen landverschuivingen en aardbevingen de boel in het zuidoosten van de Andes, in de buurt van Cusco, behoorlijk op stelten zetten.
Het eeuwige spel van wind en water gaven de pieken, kloven en dalen – bestaande uit zandsteen en mineralen – hun huidige vorm. Oxidering gaf het geheel tenslotte een hallucinerende make-over. Zo zijn de rode, bruine en gele lagen ontstaan doordat verschillende soorten ijzermineralen reageren met zuurstof. Het enige dat nog aan dit plaatje ontbreekt, is een pot met goud aan het einde van de regenboog.
Natuur: Gele hesjes
Wie zijn gekrijs en geroep hoort, zal denken dat de gele hesjes-beweging nu ook in het vogelrijk is doorgedrongen. En dat zou gezien de zorgen die ze hebben ook allesbehalve onterecht zijn. De Wielewaal, zoals deze gele fladderraar heet, komt namelijk sinds 2004 als ‘kwetsbare vogelsoort’ voor op de Nederlandse Rode Lijst. Hun aantallen zijn op veel plekken gehalveerd en soms zelfs helemaal verdwenen.
Ondanks hun opvallende, haast tropische klederdracht, laten ze zich zelden zien. Wielewalen leiden een verborgen leven dat zich meestal hoog in de boomtoppen afspeelt. Om ze te spotten moet je dus omhoogkijken en vooral in populieren zoeken die in de buurt van het water staan.
Flevoland en het Lauwersmeer zijn favoriet bij de vogel die meestal eind april / begin mei in Nederland terugkeert van het winterreces in Oost-Afrika. Dan moeten ze weer flink aan de bak met nesten bouwen, paren en jongen op de wereld schoppen, waarbij ‘mantelzorg’ overigens de gewoonste zaak van de wereld is. Zo helpen jongen van het vorige jaar bij het uitbroeden en voeden van de nieuwe generatie. Zo doen ze alles om zowel de kroost van de toekomst als hun soort veilig te stellen.
Superbloom
Wanneer het precies begint kan niemand voorspellen. Maar als de regengoden goed hun best hebben gedaan, kan de natuur de doorgaans gortdroge Walker Canyon in Californië in de lente in één nacht veranderen in een bonte bloemenzee. Als een strak georkestreerde flashmob vouwen de oranje klaprozen en pimpelpaarse wildbloemen, ‘bijenvoer’ genoemd, hun weelderige blaadjes open. Een ‘superbloom’ noemen de Amerikanen zo’n plotselinge kleurexplosie treffend.
Maar niet alleen insecten weten het nectarbanket goed te vinden. Helaas zoemen ook busladingen vol selfiestoktoeristen al snel rond tussen de rollende heuvels. Een paar jaar terug bracht de Californische superbloom zo’n ongekende mensenmassa op de been, dat de lokale wandelpaden in het begin van de lente preventief gesloten blijven.
Gelukkig is de pracht van de (rode) klaproos ook dichter bij huis te bewonderen. Bij het Belgische Heers, ten westen van Maastricht, zijn er voor wandelaars twee klaprozenroutes uitgestippeld (5 en 8 km) door de schier eindeloze Flanders Fields. Liever op pad in eigen land? Op natuurmonumenten.nl zijn de mooiste ‘bloemenroutes’ van Nederland op een rij gezet: van de Duinen van Goeree tot De Plateaux in Brabant.