Echte zwervers hebben lak aan een vaste thuisbasis. De slak bijvoorbeeld, die zijn hele hebben en houden gewoon op zijn rug mee zeult.
Tekst: Matthijs Meeuwsen | Dit artikel verscheen eerder in Salt Magazine
“Slakken functioneren als een heel belangrijke plantsoendienst voor je tuin. Alleen een bedankje, ho maar”
Hè hè, het mocht even duren.
“O, we gaan grappig doen? Weet je hoe warm het is vandaag? Normaal kom ik op dit soort zomerdagen mijn huis niet eens uit.”
Want je verdraagt geen hitte?
“Nou, de hitte is inderdaad een dingetje: het leeuwendeel van mijn lichaam is immers water, dus uitdroging ligt op de loer. Dat is trouwens ook waarom ik het zelden kan navertellen als ik ineens wat zout op mijn dak krijg: het ontketent osmose, een proces waarbij het water regelrecht uit mijn cellen wordt getrokken. Hete dagen hebben bovendien nog een nadeel: we gaan ineens zo traag als dikke stront. Mijn slijm droogt onmiddellijk weer op voor ik het goed en wel heb uitgescheiden.”
Hoe werkt dat slijm eigenlijk?
“Kijk, onder mijn lichaam bevinden zich klieren – met name één grote vlak bij mijn mond – die slijm produceren. Dankzij dit spul creëer ik eigenlijk voortdurend mijn eigen glijbaantje, waarover ik één eindeloze buikschuiver maak. Op dit soort hete dagen glijd ik echter nog stroever dan een slecht geschuurde sjoelsteen. Vandaar dat ik de voorkeur geef aan natte dagen. Slakken komen uit de zee, hè. We zijn hier al zo’n 600 miljoen jaar en zijn de enige weekdieren die ook op land weten te overleven. Zonder slijm was dat nooit gelukt.”
Puur glijmiddel dus, dat slijm?
“Meer dan dat. Zodra we de hoogte in moeten – een boom, muur of schutting op – maken we ander slijm aan dat meer op lijm lijkt. Ons slijm werkt bovendien als een soort vloeibaar harnas; het beschermt ons tegen infecties, UV-straling, bacteriën en wondjes. Ik kan over een vlijmscherp mes lopen, zonder ook maar een sneetje op te lopen. Misschien is dat ook wel de reden dat jullie ons slijm al sinds de oude Grieken in cosmetica gebruiken. Stelletje bruten.”
Sorry.
“Slijmjurk.”
Nee echt.
“Jullie gaan nog veel verder, hoor. We worden ook al sinds de steentijd gegeten. Volgens sommige historici was slakkenteelt zelfs de allervroegste vorm van veehouderij. In een Griekse grot zijn 13.000 jaar oude huisjes gevonden; de lichaampjes met grof geweld eruit gewrikt en met een ring van as eromheen om de nog levende slakken in toom te houden.”
Aan de andere kant: jullie vreten onze gewassen op.
“Zo simpel is het niet. De meeste huisjesslakken eten helemaal geen vers groen, maar geven de voorkeur aan de resten van dode planten. In die zin functioneren we juist als een heel belangrijke plantsoendienst voor je tuin. Alleen een bedankje, ho maar. Andere soortgenoten eten op hun beurt paddenstoelen, schimmels, dode diertjes, algen of – onze familieleden in de zee – jagen zelfs als gewiekste rovers op kleine diertjes. Op het strand zie je wel eens schelpen liggen met een piepklein, perfect rond gaatje erin. Dat gaatje is erin geboord door hongerige zeeslakken die zo hun prooi konden overmeesteren.”
Maar onze huis-tuin-en-keukenslak dan?
“Natuurlijk zijn er wel soorten die zich op tuinplanten storten. Maar we hebben een goed excuus: als we niet genoeg calcium binnenkrijgen, wordt onze sleurhut broos en zitten we binnen de kortste keren met lekkage. Een gezond huisje wordt echter met de jaren steeds harder en krijgt op den duur een soort spoilertje waaraan je kunt zien dat de slak volgroeid is. Voedsel vermorzelen we trouwens doordat er in ons mond soms wel 14.000 haaktandjes zitten, waarlangs het voedsel heen en weer wordt geraspt.”
En die gekke sprieten op je kop?
“Op de lange twee zitten onze ogen. Al moet je daar niet teveel van verwachten. Ons zicht is vrij beroerd. Gelukkig hebben we eronder nog twee kortere steeltjes: de voelsprieten, waarmee we waanzinnig goed kunnen ruiken.”
Voedsel?
“Uiteraard. Of het spoor van soortgenoten.”
Want het wordt toch wel eenzaam in je uppie in zo’n leeg huis?
“Nou laten we zeggen dat ook slakken niet vies zijn van wat slijmerige seks.”
Hoezo? Jullie zijn toch hermafrodiet?
“De meeste slakken bezitten inderdaad zowel het mannelijke als het vrouwelijke geslacht. Maar dat betekent niet dat we allemaal doodleuk onszelf zitten te bevruchten; dat zou immers een nogal incestueus soepzooitje opleveren. Als we in de stemming zijn, glijden we dus met de koppen richten elkaar. En dan schieten we een harpoenachtig pijltje in elkaars lichaam.”
Pardon.
“Het zijn pijlen van liefde, hè. Er wordt wel eens gedacht dat we met die pijl ons zaad overbrengen maar dat is klinkklare onzin. De pijl werkt als een natuurlijke lustopwekker en maakt de ander simpelweg ontvankelijk voor wat romantisch glijerij. Tenzij het te heet is buiten natuurlijk.”