Surfvrienden Ritsert Mans en Peter Mooij hebben een droom: het olie-imperium van Shell hoogstpersoonlijk de nek omdraaien. Hun middel: één houten racemotor en een buslading algen.
Tekst Matthijs Meeuwsen Beeld Archief Ritsert Mans/ Jesse Kraal Dit artikel verscheen eerder in Salt magazine
De beste alg is een dikke alg
In de ingedutte straten van De Goorn wordt elke siësta deze woensdagmiddag onmogelijk gemaakt. Oorzaak is een aanzwellende bak klereherrie die opstijgt vanuit een houten loods en tot buiten het Noord-Hollandse gehucht de koeien doet opschrikken. Binnen trekt Ritsert Mans de gashendel van zijn zelfgebouwde motor nog wat verder in. “Kgra-ta-taa-taa-taaaaaa!”, gromt het bakbeest. “Bruut ding, hè?”, grijnst Ritsert. “Hij moest dan wel duurzaam worden, maar ik had geen zin in een of andere geitenwollensokkenmotor.”
De wolk uit de uitlaat trekt een rookgordijn op die de vergeelde playboymodellen aan de wand plotsklaps in nevelen hult. Een vettig snackbarbouquet vult de werkplaats. De bron van de geur huist in een glazen scheikundekolf, met twee leertjes vastgesnoerd naast het motorblok. Binnenin glimt een gelig goedje. Algenolie.
Je kunt zonder overdrijven zeggen dat algen de belangrijkste wezentjes op aarde zijn
Meestervondst
Over de alg worden geen boekenkasten volgeschreven. Voor de meeste mensen is het niets meer dan dat smerige spul dat ’s zomers voltallige zwemplassen degradeert tot verboden terrein. “Tsja, het is altijd een klein groepje dat het verpest voor de rest”, lacht Peter Mooij, op een bankje buiten de werkplaats van zijn vriend. Peter kan het weten. Hij promoveerde als biotechnicus aan de TU Delft op algenonderzoek en bestudeert al jarenlang de nukken van de microscopische organismes.
“Er zijn al honderdduizenden soorten algen in kaart gebracht, maar hoogstwaarschijnlijk loopt de daadwerkelijke soortenrijkdom eerder in de miljoenen. Algen zijn eigenlijk al die wezentjes die in het water leven, enkel met een microscoop te zien zijn én aan fotosynthese doen.”
Juist die laatste eigenschap – zonlicht gebruiken om CO2 uit de lucht in energie om te zetten – is volgens Peter zo fascinerend. De alg is de voorloper van alle planten en bomen, en was 2,7 miljard jaar geleden(!) het eerste organisme op aarde dat zichzelf in leven wist te houden met hulp van onze koperen ploert.
“In die prehistorische oceaan dreven er wel wat suikers en vetmoleculen, maar zo beperkt dat het de hoeveelheid leven gigantisch limiteerde”, legt Peter uit. “Evolutionair gezien is het dus heel logisch dat er één wezentje opstond dat niet meer de competitie aanging met alle andere levensvormen, maar zich voor zijn energie tot de zon wendde.”
Het bleek een meestervondst dat een onuitwisbare stempel op de wereld zou drukken. “Je kunt zonder overdrijven zeggen dat algen de belangrijkste wezentjes op aarde zijn”, meent Peter. “Algen staan aan de basis van alle voedselketens in zee, onttrekken CO2 uit het milieu en hebben er bovendien hoogstpersoonlijk voor gezorgd dat er zuurstof – een afvalproduct van fotosynthese – op aarde kwam. Zonder algen waren ingewikkelde soorten zoals wijzelf er nooit gekomen. En nog altijd mogen we ze dankbaar zijn. Van elke twee happen zuurstof die je vandaag neemt is er één aangemaakt door algen.”
Van elke twee happen zuurstof die je vandaag neemt is er één aangemaakt door algen
Algenstress
Een gezapig biologielesje? Jij zegt het. Maar voordat je al dat microgroen weer wegschuift in de hoek der oninteressante organismes, heeft Peter nog één boodschap: algen gaan onze wereld redden. De reden: algenstress. Of beter gezegd: de olie die algen aanmaken als je ze doelbewust begint te sarren. “Als je algen tijdelijk afknijpt van fosfaat en nitraat – wat ze naast zonlicht en CO2 nodig hebben als een soort natuurlijke Pokon – schieten ze in de stress. Ze wapenen zichzelf dan door zoveel mogelijk olie te produceren als een buffer voor de moeilijke tijden in het verschiet. Zie het als de beer die zich op de winter voorbereid door extra veel vet aan te maken.”
En het mooie is: motoren van auto’s, schepen en vliegtuigen kunnen met wat kleine aanpassingen prima ronddraaien op deze algenolie. Dat onze vervoersmiddelen net zo gemakkelijk voort pruttelen op dit soort plantaardige oliën is geen nieuws. Rudolf Diesel, de uitvinder van de dieselmotor, gooide eind 19e eeuw al pinda- en koolzaadolie in de tank. En ook in het Amerikaanse leger wordt al decennia geëxperimenteerd met algenolie als alternatieve brandstof.
“Ten opzichte van fossiele brandstof heeft algenolie net als de olie van onder meer olijven en palmen het voordeel dat er eerst evenveel CO2 uit de lucht wordt gehaald als dat er later weer wordt uitgestoten”, beschrijft Peter. “Het is een klimaatneutrale energiebron dus. Algen hebben echter nog één voordeel waar al die andere plantaardige oliën niet aan kunnen tippen: ze kunnen groeien op zee en in verzilte gebieden. Je hoeft er dus geen landbouwgrond voor op te offeren of tropisch regenwoud te kappen.”
Motoren zijn de puurste vorm om van een energiebron een vet vervoersmiddel te maken
Kabaal
Koren op de molen van Ritsert, die als industrieel ontwerper geen kans onbenut laat om vintage jukeboxen, oldtimers en koelkasten te repareren of nog liever: eigenhandig allerhande toffe shit te maken. De twee vrienden ontmoetten elkaar tijdens hun studie op de Delftse surfvereniging Plankenkoorts en stonden samen ook aan de basis van het duurzame surf-, skate- en muziekfestival MadNes op Ameland. Peter: “Ik ben van de theorie en Rits doet de praktijk.” Lachend: “Met dit heb ik niets te maken, hè.”
‘Dit’ is de zelfgebouwde motor die zojuist zijn onwaarschijnlijke lawaai door de werkplaats heeft gebruld. En dat allemaal op basis van die ene erlenmeyer met een duimdik laagje algenolie, vastgesnoerd aan de motor. “Het gemakkelijkste was natuurlijk geweest om gewoon een motorblok voor algenolie in een Ducati racemotor te hangen”, glimlacht Ritsert. “Maar ik houd er nu eenmaal van om dingen te maken. Motoren vind ik gaaf. Het is de puurste vorm om van een energiebron een vet vervoersmiddel te maken: motorblok, framepje, stuur, twee wielen, klaar. Alles eraan is onpraktisch. Ze zijn gevaarlijk, je wordt nat. Er is werkelijk niks rationeels voor te zeggen. Behalve één ding: ze zien er onwaarschijnlijk gaaf uit. En nog gaver was het voor mij om die wereld waarin het alleen maar draait om kabaal te combineren met zoiets stoffigs als duurzame algenolie. Het lijkt onverenigbaar. Maar zoals je ziet; dat is het niet.”
Net als zijn vriend is Ritsert ervan overtuigd dat de oplossingen voor onze uitdagingen al lang in de natuur aanwezig zijn. En dus was er maar één materiaal waarvan het motorframe gebouwd mocht worden: hout. “Als je tegenwoordig spullen koopt is het altijd carbon dit en composiet dat. Terwijl het alleroudste composiet gewoon van de natuur zelf is: hout, een ingedroogde spaghettibaal van vezels met wat hars ertussen. Een afstammeling van de alg bovendien.”
De schokdempers zijn van kurk
Schokdempers
Twee jaar lang sleutelde Ritsert met vallen en opstaan aan zijn houten algenmotor. De motoraandrijving uitdokteren. De juiste houtsoort bepalen. Weer opnieuw beginnen. Het frame is helemaal opgebouwd uit dunne plakjes hout, met chirurgische precisie gebogen dankzij een behangafstomer, in een mal geperst en verlijmd. Geen schroef is er aan te pas gekomen. Geen lik epoxy gebruikt. De schokdempers zijn van kurk. De wielophanging eenzijdig, normaliter voorbehouden aan enkel de meest exclusieve racemotoren of allerduurste mountainbikes. “Remmen?”, glundert Ritsert. “Joh, waar heb je die voor nodig op het strand?”. Want dat was het doel in het vooruitzicht: als promotiestunt een wereldsnelheidsrecord rijden op het Noord-Hollandse strand.
Peter: “Met z’n tweeën kregen we de motor nauwelijks door het mulle zand geduwd, maar die algen schoten Rits vooruit.
Ritsert: “Ik haalde probleemloos de 80 km/u. Een wereldsnelheidsrecord.”
Peter: “Ja, nog nooit heeft er iemand zo hard gereden. Op een houten motorfiets dan. Op basis van algenolie.”
Ritsert: “En het kan nog veel harder, hoor.”
Peter: “We gaan hoe dan ook terug als het zand wat egaler is. Rits moet toch zeker de 100 km/u halen. Ja toch, Rits?”
Op elke surftrip gaan er laboratoriumbuisjes mee in het wetsuit
Dikke alg
Hoe ludiek het project dan mag lijken, het doel aan de horizon is wel degelijk bloedserieus: algenolie moet fossiele brandstoffen voorgoed overbodig maken. “We zijn niet tegen zonne-energie en windenergie”, benadrukt Peter. “En ook elektrische auto’s hebben wat ons betreft de toekomst. Maar de energiedichtheid van algenolie is nog altijd vijftig keer hoger dan van de modernste accu’s. Voor vliegtuigen en schepen zijn accu’s dus simpelweg veel te zwaar in verhouding met de energie die het oplevert. Daar zie ik echt een grote toekomst voor plantaardige oliën. En dan is algenolie de meest duurzame en de meest logische keuze.”
En dus is Peter al sinds de start van zijn promotieonderzoek aan het speuren naar de Sugar Lee Hooper onder de algen. De moddervetste onder de microscoop. De dikste alg in algenland. Hoe? Op elke surftrip gaan er laboratoriumbuisjes mee in het wetsuit. En ook vrienden en vakgenoten doen vanuit vakantieadresjes over de hele wereld nog altijd hun watermonsters op de bus. “Om algenolie economisch rendabel te maken, wil je zoveel mogelijk olie per alg. Met algen is het net als met mensen: de ene kan razendsnel groeien, de andere kan goed tegen heet weer en een derde heeft simpelweg de eigenschap om gemakkelijk dik te worden. Die laatste zoeken we.”
Het doel aan de horizon is wel degelijk bloedserieus: algenolie moet fossiele brandstoffen voorgoed overbodig maken
Shell
Het zijn immers de kosten die volgens Peter de doorbraak van algenolie nog tegenhouden. Met enig nattevingerwerk berekenen wetenschappers de prijs voor een litertje algenolie op 2 tot 7 euro. “Fossiele brandstoffen liggen voor het oprapen. Voor algenolie moet je daarentegen eerst algen kweken, dan moeten ze olie maken, dan moet je de algen uit het water halen en dan de olie uit de algen persen. Al die stappen zijn niet bijster ingewikkeld of tijdrovend. Maar de industrie kiest ervoor om eerst op te maken wat ze nog hebben liggen en dan pas verder te kijken. Kortzichtig.”
Volgens Peter is de prijs aan de pomp bovendien geen realistische weerspiegeling van de kosten van fossiele brandstoffen. “Is algenolie nu zo duur of fossiele olie te goedkoop? Ik denk het laatste. Je kunt heel goed betogen dat de kosten van de nadelen van het gebruik van fossiele olie – dat we onze dijken moeten ophogen tegen de klimaatverandering bijvoorbeeld – in die prijs zouden moeten worden meegenomen.”
Vandaar ook dat de twee vrienden hun peilen direct richten op de Grote Jongens uit de olie- en gasindustrie. Ze winden er geen doekjes om: het olie-imperium van Shell moet kapot gemaakt worden. Peter heeft één aandeel Shell gekocht om samen met andere activistische aandeelhouders – bekend als het collectief Follow This – de benzinereus in een groenere richting proberen te dwingen. En er wordt evenmin geschroomd om van binnenuit (algen)olie op het vuur te gooien. “Ik mocht bij Shell een presentatie geven”, vertelt Peter. “Mijn boodschap: ‘Jongens, ik ga jullie overnemen. Als ik hier straks de baas ben, gaan we het allemaal heel anders doen. Die olie van jullie is hoe dan ook aflopende zaak. De vraag is slechts hoe lang we het nog gaan rekken.’”
In het boek De Dikke Alg (€19,99, 224 pag.) beschrijft Peter Mooij in een ronkende roadtrip hoe algen onze wereld van de ondergang zullen redden.
Meer info:
instagram.com/ritsertmans