9 pleisterplaatsen met een heilige status
Pleisterplaatsen genoeg voor actieve outdoorliefhebbers. Maar er zijn van die bestemmingen die in de loop der geschiedenis een haast heilige status bereikt hebben. Onbekend kun je ze dus al lang niet meer noemen. Maar deze usual suspects staan tot op de dag van vandaag garant voor spektakel.
Tekst: Matthijs Meeuwsen | Dit artikel verscheen eerder in Salt #82 - 2021
CERRO TORRE
Waar Patagonië, op de grens van Chili en Argentinië. Wie Alpinisten.
Waarom Met 3.133 meter behoort de Cerro Torre in de verste verte niet tot de hoogste bergen op aarde. Dankzij de spekgladde, haast loodrechte flanken en de immer drieste weergoden heeft deze gekartelde torenspits onder alpinisten desondanks een iconische status. Dat komt ook door de controversionele geschiedenis van de berg. Cesare Maestri claimde in 1959 dat hij de ‘onverslaanbare berg’ als eerste had bedwongen. Omdat het bewijs uitbleef – zijn camera én klimpartner zouden gesneuveld zijn op de berg – moest het verhaal van de Italiaan volgens veel collega’s echter met een flink korreltje zout worden genomen. Maestri keerde elf jaar later daarom gefrustreerd terug naar Cerro Torre, en klom opnieuw naar de top door met een automatische drilboor maar liefst 360 bouten in de berg te rammen. Een groot deel van de klimwereld vond het pure heiligschennis.
Reinhold Messner noemde het in een vurig essay zelfs ‘de moord op het onmogelijke’. Toch bleven veel mindere klimgoden decennialang gretig gebruiken maken van de omstreden ankerpunten. Totdat de jonge klimmers Hayden Kennedy en Jason Kruk in 2012 na een succesvolle expeditie naar de top – met hulp van slechts twee van Maestri’s bouten – op de terugweg besloten om bijna de helft van het oude ijzer uit de bergwand te verwijderen. Waarna ook zij werden bedolven onder zowel lof als kritiek.
Dichter bij huis Eerlijk is eerlijk: een berg als de Cerro Torre kent in de Lage Landen geen vergelijkingsmateriaal.
TEAHUPOO
Waar De zuidkust van Tahiti. Wie Surfers. Waarom Legendarische golven als Jaws (Hawaï), Mavericks (Californië) en Nazaré (Portugal) zijn bepaald geen kattenpis. Maar voor menig surfer kunnen ze onmogelijk tippen aan het geweld van Teahupoo, de monstergolf die door insiders liefkozend ‘Chopes’ wordt genoemd. Het water van de Stille Oceaan knalt hier op zo’n akelig ondiep koraalrif dat er golven omhoog worden gestuwd die qua hoogte, snelheid en kracht zelden elders geëvenaard worden. In 1985 claimde de Tahitiaan, Thierry Vernaudon de golf als eerste gereden te hebben, maar echt bepalend voor de status van Tehupoo was de Gotcha Tahiti Pro die hier in 1998 plaatsvond, en er voor het eerst beelden van deze bizarre watermuur de wereld overgingen. Sindsdien komen jaarlijks vele big wave surfers, waaronder de bekende big wave surfer Laird Hamilton, naar Tahiti voor een persoonlijke ontmoeting met Chopes. Maar zelfs professionele surfers verliezen bij Teahupoo geregeld hun zwembroek, vel, waardigheid of – helaas – zelfs hun leven. Hadden we al gezegd dat er in het woeste water ook nog eens de nodige haaien patrouilleren?
Dichter bij huis Geen azuurblauwe barrels, maar een bruine klotsbak. Nou en? Met een stoet surfscholen – en wat fijne zandbanken voor de kust – geldt Scheveningen al sinds de jaren 60 als de bakermat van de Nederlandse surfscene.
EL CAPITÁN
Waar Yosemite National Park, Californië. Wie Rotsklimmers.
Waarom Ook als je nog geen magnesium van poedersuiker kunt onderscheiden, zie je in één oogopslag dat El Capitán een klim is van de buitenste buitencategorie. De 900 meter hoge graniet wand is zo steil dat je er haast een hernia voor over moet hebben om naar de top te kijken. En de richeltjes voor je vingers zijn zo smal dat zelfs een vlinder er niet kan uitpuffen. Pas een eeuwigheid nadat John Muir aan de voet kampeerden werd El Capitán in 1958 voor het eerst beklommen. Warren Harder en zijn mannen hadden destijds meer dan zes weken en kilometers touw nodig om de top, via de route die later bekend zou komen te staan als The Nose, te bereiken. Ter vergelijk; Alex Honnold beklom The Nose meer dan 50 jaar later, in 2012, in slechts 2 uur en 23 minuten. The Nose was lange tijd de bekendste klimroute van El Capitán, totdat Tommy Caldwell en Kevin Jorgeson in 2015 The Dawn Wall route opende (kijk de gelijknamige film!!). El Capitán was al die tijd vooral een goede bekende van de klimelite. De hele wereld leerde El Capitán pas in 2017 kennen, toen de Amerikaan Alex Honnold in minder dan 4 uur tijd langs de Freerider route de top van El Capitán bereikte. Met niet meer dan zijn blote klauwen. De prestatie is fenomenaal vastgelegd in de Oscar-winnende docu Free Solo.
Dichter bij huis In het Groningse klimcentrum Bjoeks wacht Excalibur: met 37 meter de hoogste vrijstaande klimmuur ter wereld.
PACIFIC CREST TRAIL
Waar Van het Amerikaanse plaatsje Campo – op de grens met Mexico – tot het Manning-park in Canada. Wie Wandelaars. Waarom Als er één monstertocht is die kilometervreters wereldwijd in vervoering brengt, dan is het de 4270 kilometer lange ‘PCT’ door het westen van de VS. In 1932 bedacht de Amerikaan het plan om de staten Californië, Oregon en Washington via een lange wandelroute aan elkaar te rijgen. Officieel werd het traject pas in de jaren 90 afgerond. Maar hele volksstammen aan onvermoeibare wandelaars hadden tegen die tijd al hun schoenzolen stukgesloft op de PCT. Natuurlijk is de faam van de route te danken aan het diverse decor (van toendra tot woestijn) en de vele grillige bergpassen (bijna 60 in totaal). En natuurlijk heeft het boek Wild van Cheryl Strayed de roem van de route sinds 2012 naar nog grotere hoogte gestuwd. Maar de iconische status is bovenal te danken aan het unieke ‘thru-hike-sfeertje’ onderweg; van de trail angels die langs het pad gratis proviand verstoppen tot de knotsgekke bijnamen (Achilles! Roadkill! Cougar Bait!) waarmee iedereen wordt geacht rond te lopen. Ultra-runner Timothy Olson legde de hele route deze zomer in een recordtijd van nog geen 52 dagen af. Gewone stervelingen mogen in hun handen knijpen als ze binnen een maand of vijf de eindstreep halen.
Dichter bij huis Het 490 kilometer lange Pieterpad van Pieterburen naar de Sint Pietersberg is het langste wandelpad van ons land.
NORTH SHORE
Waar Vancouver, Canada. Wie Mountainbikers. Waarom Het Californische dorpje Marin County wordt alom gezien als de geboortegrond van het mountainbiken. Maar het waren de beboste bergen net boven Vancouver van waaruit de sport de wereld veroverde. Vanaf de vroege jaren 80 begonnen dwarse outdoorjunkies zoals Todd ‘Digger’ Fiander op dikke banden rond te crossen in dit all-you-can-eat-buffet aan zeer dicht woud, rondslingerende rotsen en stoffige hellingen. Ze zochten daarbij niet alleen de grenzen van de wet op – de trails die ze aanlegden waren jarenlang illegaal – maar ook de grenzen van hun eigen kunnen. Om nog steilere hellingen en scherpere bochten aan te kunnen werden opgeduikelde beachcruisers en stadsfietsen omgesleuteld tot ware racemonsters. En om de meeste onbegaanbare bosschages of drassige poeltjes te omzeilen, werden technische passages van houten latten getimmerd die in mtb-jargon nog altijd wereldwijd als ‘northshore’ bekend staan. De pioniers van ‘The Shore’ gaven de populariteit van het mountainbiken zo niet alleen een flinke duw in de rug, maar stuurden de sport ook resoluut richting de technische uitdaging die het nog altijd is.
Dichter bij huis Met zijn venijnige klimmetjes en uitdagende afdalingen geldt het 14,2 kilometer lange rondje door de duinen van Schoorl al sinds 1996 als een van de meest vermaarde mtb-routes van ons land.
BOSTON
Waar De oostkust van de VS. Wie hardlopers. Waarom De marathon van New York staat waarschijnlijk bij meer mensen op de bucketlist. Maar wie zijn klassiekers kent, weet dat er voor de echte hardloopconnaisseur niets gaat boven Boston. Dat is te danken aan een combinatie van factoren. Allereerst is er het decor: de heuvels van Boston zijn beruchte slopers, en het laaiend enthousiaste publiek dat elk jaar rijen dik langs de kant staat, omdat de hele stad op ‘Marathon Monday’ vrij krijgt. Daar komt bij dat je je als prof noch amateur niet zomaar even in kunt schrijven. Elke deelnemer mag alleen opdraven als hij of zij aan zeer strenge tijdslimieten voldoet – gebaseerd op leeftijd, geslacht en zelfs eventuele handicaps – en daarvoor het bewijsmateriaal kan overleggen. Maar de marathon van Boston leunt natuurlijk ook op zijn roemrijke geschiedenis. Boston is de oudste marathon ter wereld: al in 1897, amper een jaar na de eerste moderne Olympische Spelen, werd de eerste editie georganiseerd. Legendarisch is onder meer de editie van 1967, toen studente Kathrine Switzer stiekem meedeed (destijds nog verboden voor vrouwen) en bijna werd getackeld door een woedende scheidsrechter. Nog beroemder is uiteraard de tragische marathon van 2013, toen het evenement werd opgeschrikt door een bloedige aanslag.
Dichter bij huis De marathon van Amsterdam is ouder, maar Rotterdam geldt bij menigeen als het onbetwiste hardloopfeest van ons land.
IL PASSO DELLO STELVIO
Waar De Italiaanse alpen, vanuit het dorpje Prato. Wie Wielrenners. Waarom De ware wielerliefhebber verkiest de Giro altijd boven de Tour. Nee, ook Frankrijk heeft geen gebrek aan brute beklimmingen. Maar de heroïsche sneeuwpieken van Italië stellen de klimkuiten nog net wat heftiger op de proef. Vooral de Stelviopas wordt vervloekt in het peloton en bejubeld vanaf de bank. Dat komt niet alleen door de hoogte van 2757 meter; die de Stelvio steevast de hoogste top in de ronde maakt. Ook de afstand van 24,1 kilometer, de 48(!) haarspeldbochten en de stijgingspercentages tot 13,1% zijn om te janken zo zwaar. Toen de pas in 1953 voor het eerst in de Giro werd opgenomen, kwam de legendarische Fausto Coppi als eerste boven. Maar de Stelvio werd pas echt een wielericoon in de ronde van 1965, toen een deel van het parkoers onder een metersdik pak sneeuw werd bedolven en de renners zich lopend, hakkend en bibberend een weg moesten wurmen over onmogelijke olifantenpaadjes. Nog altijd staat de Stelvio garant voor spektakel. Vraag maar aan Wilco Kelderman, die zijn roze droom in de Giro van 2020 uiteen zag spatten tussen de ijsmuren van deze bikkelharde pas.
Dichter bij huis Met slechts 83 hoogtemeters en 900 meter lengte kan de Eyserbosweg onmogelijk tippen aan de Stelviopas. Maar qua stijgingspercentage (tot wel 17,4%) is deze Zuid-Limburgse klim opvallend genoeg de zwaardere van de twee.
NISEKO
Waar Op Hokkaido, het tweede en meest noordelijke eiland van Japan. Wie Skiërs en snowboarders.
Waarom Puike poedersneeuw had Niseko altijd al. De bescheiden bries en zeer constante vrieskou van rond de -7 graden staan ’s winters al eeuwen garant voor de meest lichte, droge en donzige sneeuwvlokken. In een doorsnee winter valt er bovendien gemakkelijk 14 meter van dit soort ‘pow’ uit de hemel. Toch zagen de meeste Japanners pas in 1912 voor het eerst een stel ski’s, nadat de Oostenrijkse luitenant-kolonel Theodor von Lerch op verzoek naar Niseko was afgereisd om Japanse troepen te trainen op de lange latten. Vooral jonge Japanners begonnen zijn voorbeeld te volgen. In 1938 organiseerde een kluitje studenten het eerste skikampioenschap van hun land en in 1961 begon de eerste skilift te ratelen in Niseko. Buiten het land van de rijzende zon kreeg men pas na de winterspelen van Sapporo in 1972 weet van de uitzonderlijke kwaliteit van de Japanse poedersneeuw. Dat de status van Niseko sinds de eeuwwisseling helemaal als een rollende sneeuwbal is gegroeid is onder meer de verdienste van professionele snowboarders zoals Travis Rice, die voor zijn documentaires (van Ikigai tot The Fourth Phase) steeds weer richting het grootste skioord van Japan trekt.
Dichter bij huis SnowWorld in het Brabantse Rucphen is de oudste overdekte skihal van ons land.
BURNSIDE
Waar Portland. Wie Skaters. Waarom Skateboarden in de regen is geen pretje. Vandaar dat skaters in het immer druilerige Portland al sinds jaar en dag samendrommen onder de moederlijke vleugels van de Burnside-brug. Met emmers vol betonmix begonnen vaste gasten zoals Mark Scot, Osage Buffalo en Chuck Willis er in de zomer van 1990 betonnen obstakels te boetseren. Al snel hadden ze de smaak te pakken en overtuigden ze wat behulpzame bouwvakkers om nog meer cement af te staan om kombochten, pumptracks en pools mee te maken. In een tijd waarin de meeste skateparken uit hout werden opgetrokken, was het beton van ‘Burnside’ volstrekt uniek. Het buitenbeentje werd bovendien het paradepaard van de DIY-beweging die al snel de hele skatesport in de greep nam. Door heel Amerika schoten de zelfgeknutselde skateparken als paddenstoelen uit de grond. De ultieme bekroning van de sterrenstatus kwam in 1999, toen Tony Hawk deze voormalige daklozenstek – ook wel ‘Hobo Park’ genoemd –een glansrol gaf in zijn eerste computerspelletje.
Dichter bij huis Het oudste, meest iconische skatepark van Nederland staat in… tromroffel… Oldenzaal. Baanbrekende obstakels zul je niet vinden in park Het Hulsbeek. Maar de voortreffelijke, 800 meter lange ‘snakerun’ kronkelt al sinds 1979 als een soort gesmolten bobsleebaan door het recreatiegebied.