Het zou ons niets verbazen als het woord ‘schaamtoerist’ ooit wordt verkozen tot woord van het jaar. In de discussie over onze voetafdruk en de invloed daarvan op het klimaat, staat de manier waarop we reizen immers stevig onder druk. Niet dat we nu opeens heiliger dan de paus worden, maar er is niets mis met af en toe een kritische blik op ons reisgedrag. Bovendien zet het de vraag waarom we altijd ver weg denken te moeten gaan weer eens centraal. Voor Salt reden om onszelf eens uit te dagen en eens flink uit te pakken in eigen land, met een road trip aan de hand van vier thema’s. Dit is deel 2 uit de serie: Roadtrip Beneden N.A.P. Uitgangspunt is wederom dat we echt een roadtrip van een paar dagen of weken moeten kunnen maken. Ondertussen is het een leuke bijkomstigheid dat onderdelen ervan ook prima los bezocht kunnen worden.
Deel 1: Nationale Parken | Deel 2: Beneden N.A.P.
Deel 2 Beneden N.A.P.
Wat als alle duinen en dijken doorbreken? Dan zouden steden als Amersfoort, Utrecht en Groningen aan zee liggen. Wie deze denkbeeldige kustlijn wil afschuimen, volgt de 455 kilometer lange NAP-fietsroute van Breda in het zuiden naar Bad Nieuweschans in het hoge noorden. Maak je borst maar nat.
De LF9 NAP-Route is een van de 25 Langeafstand Fietsroutes die Nederland rijk is. De door het Landelijk Fietsplatform uitgerolde route volgt globaal de kustlijn die ontstaat als ons laaggelegen kikkerlandje onder water loopt. De meerdaagse traptocht loodst je door negen provincies heen, waarbij je soms onder N.A.P. (Normaal Amsterdams Peil, oftewel zeeniveau) en soms boven N.A.P. fietst. Behalve historische waterliniesteden, laaggelegen polders, oude gemalen, voormalige vissersplaatsen en drooggevallen eilanden stuit je al peddelend ook op een keur aan natuurgebieden, waaronder nationale parken Utrechtse Heuvelrug, Weerribben-Wieden en Drents-Friese Wold. De route is met wit-groene bordjes bewegwijzerd (van Breda naar Bad Nieuweschans en vice versa) en makkelijk op te knippen in meerdere dagetappes. Gezien de lengte, de boeiende omwegen en het overdadige natuurschoon raden we je aan om minimaal een dag of tien voor deze roadtrip uit te trekken. We hebben alvast een paar hoogte- én dieptepunten voor je uitgezocht.
Lambertuskerk van Raamsdonk (+6 meter NAP)
Spring in Breda in het zadel en stuur je trouwe ros het Brabantse achterland in. Na ongeveer 20 kilometer fietsen zie je de stompe toren van de hervormde Lambertuskerk van Raamsdonk uit het vroegere veenlandschap verrijzen. Het dorpje werd in 1421 door de Sint-Elisabethsvloed volledig verwoest, waarna het een paar honderd meter zuidelijker weer werd herbouwd. De kerktoren bleef als door een wonder gespaard en staat nu nog steeds ietwat verloren buiten het dorpscentrum. Behalve Raamsdonk veegde de stormvloed in totaal zo’n dertig dorpen en steden van de middeleeuwse kaart. Ook in de decennia na de watersnoodramp zette de hongerige zee nog regelmatig haar tanden in het binnenland, waardoor uiteindelijk de Biesbosch ontstond.
Woudrichem (+2 meter NAP)
Dikke dijken en hoge stadsmuren zorgen ervoor dat je in dit prachtig bewaarde vestingstadje aan de Waal niet hoeft te vrezen voor natte voeten. Samen met Slot Loevestein (Zaltbommel), Fort Vuren (Lingewaal) en vesting Gorinchem vormde Woudrichem het zuidelijke deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De verdedigingslinie stamt uit 1815, is 85 kilometer lang en bestaat onder meer uit 45 forten, 85 mitrailleurkazematten en ruim 100 sluizen.De werking was oer-Hollands. Bij oorlogsdreiging konden van Muiden tot aan de Biesbosch brede stroken land onder water gezet worden (inundatie), zodat de vijand niet verder kon oprukken; een halve meter water was namelijk te diep voor de infanterie, maar niet diep genoeg voor vaartuigen. Volg het Waterlinieommetje (3 km) als je meer wilt weten over het waterrijke verleden van Wourkum.
Alblasserwaard (-1,5 meter NAP)
In de buurt van Lexmond loont het de moeite om naar het westen af te buigen en over de Lekdijk richting Ameide (6 km) te peddelen. Dit deel van de Alblasserwaard, een laaggelegen polder waar Zuid-Hollanders eeuwenlang een verbeten strijd tegen het water voerde, staat namelijk bekend om zijn oude hoogstamfruitbomen. Deze traditionele boomgaarden komen nog maar mondjesmaat in Nederland voor: ze nemen veel ruimte in en produceren minder fruit dan lage fruitboompjes (laagstamteelt). Zonde, want de oude bomen vormen in het voorjaar een aaneengesloten bloesemlint en zijn zomers een broedplaats voor vogels. Geen last van appelflauwte? Trap dan over de rivierdijk door naar Unesco Werelderfgoed Kinderdijk, 22 kilometer verderop: hier houden 19 molens al eeuwenlang de wacht tegen het wassende water.
Salt Nieuwsbrief
Ontvang elke zaterdagochtend een dosis ideeën voor een actief, avontuurlijk en duurzaam leven. Geen spam, geen onzin – wel veel inspiratie!
Fort bij Rijnauwen (+6 meter NAP)
Net zoals Woudrichem maakte ook het Utrechtse Fort bij Rijnauwen, in de buurt van Bunnik, deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het machtige bolwerk werd eind 19e eeuw baksteen voor baksteen gemetseld en is het duurste fort ooit in ons land gebouwd (kosten: bijna 1 miljoen gulden). Het moest samen met Fort Vechten, 2 kilometer naar het zuiden, het weidse oeverlandschap aan weerszijden van de Kromme Rijn verdedigen; dit lag te hoog om onder water gezet te kunnen worden. Vanwege zijn militaire functie was Rijnauwen tot 1977 hermetisch voor de buitenwereld afgesloten, waardoor de natuur hier ongestoord haar gang kon gaan. Inmiddels is het militaire terrein in zorgzame handen van Staatsbosbeheer en uitgegroeid tot een paradijsje voor (zeldzame) planten en dieren. Dompel je in het gebied onder door bij Rijnstroom een kano te huren en een van hun uitgestippelde dagtochten te volgen.
Putter Stoomgemaal (-2,5 meter NAP)
Als je over de smalle Zeedijk van Spakenburg naar Strand Nulde zoeft, stuit je ter hoogte van Nijkerk op het Puttergemaal, één van de nog acht werkende stoomgemalen in Nederland. Gelegen aan de onstuimige oevers van de Zuiderzee hield dit gemaal van 1885 tot 1971 het waterpeil van de achterliggende polder nauwlettend in de smiezen. Desondanks zorgden diverse dijkdoorbraken ervoor dat het laaggelegen weiland regelmatig in een klotsende waterbak veranderde. Dit is de reden waarom diverse oude boerderijen op kleine terpen zijn gebouwd. Op putterstoomgemaal.nl vind je precies wanneer de Parel van de Arkemheenpolder stoom mag afblazen (zo’n 10x per jaar). Leuk weetje: het scheprad heeft een diameter van zes meter en vult een 50 meter zwembad met 6 wedstrijdbanen in minder dan 25 minuten.
Knardijk (-3 meter NAP)
Net buiten het stadje Zeewolde (in 1983 uit de zeekleibodem gestampt) snijdt een kaarsrechte dijk de jongste provincie van Nederland dwars doormidden: de Knardijk. De 23 kilometer lange dijk, vernoemd naar een vroegere ondiepte (knar) in de Zuiderzee, werd in de jaren ’50 aangelegd om Oostelijk Flevoland uit de grijpgrage klauwen van het zilte water te houden. Toen Zuidelijk Flevoland werd drooggelegd (1968) verloor de waterkering zijn functie. Bovenop de ingedutte dijk loopt tegenwoordig een betonnen fietspad dat je linearecta van het Wolderwijd naar Lelystad brengt. Een paar kilometer noordwaarts, tegenover Harderwijk, gaat het kort geknipte weiland kortstondig over in een wirwar van rietvelden, moerassen en pril oerbos. Bijzondere vogels als blauwborst, roerdomp en kleine karekiet zingen hier het hoogste lied. Even de benen strekken? Diverse wandelingen loodsen je door deze prille polderwildernis heen.
Kraggenburg (-4,5 meter NAP)
Maak bij het oude vissersdorp Zwartsluis een uitstapje naar Kraggenburg (13 km naar het westen). De plaats ontleent haar naam aan de lichtwachterswoning annex tolhuis dat vandaag de dag bekend staat als Oud-Kraggenburg. Deze lag namelijk tot aan het droogvallen van de Noordoostpolder (1942) op een kunstmatig aangelegd schiereilandje in het Zwolse Diep, aan het einde van twee drijvende strekdammen die bestonden uit aaneengegroeide zoden van riet en waterplanten (kraggen). Nu ligt de 170 jaar oude vuurtorenwoning als een aangespoelde walvis in een zee van aangeharkte akkers. Ditzelfde geldt voor Schokland. Ook hier kun je met een beetje fantasie nog steeds de golven tegen het met dijken omringde eiland zien beuken. Via de fietsknooppunten (03-38-05-54-81-70-20) rijg je deze drooggevallen pleisterplaatsen eenvoudig aan elkaar.
Havelterberg (+18,8 meter NAP)
Op plusminus 270 kilometer van Breda krijg je een flinke kuitenbijter voor de kiezen: de Havelterberg. Met een hoogte van bijna 19 meter ben je hier zelfs bij een serieuze zeespiegelstijging nog verzekerd van droge fietssokken. Mocht de nood echt aan de man komen, dan kun je altijd nog je toevlucht zoeken op een van de twee aanwezige hunebedden (D53 en D54). De Duitsers waren in de Tweede Wereldoorlog overigens iets minder gecharmeerd van de prehistorische grafkamers. Voor de aanleg van een vliegveld werd D53, met een lengte van bijna 18 meter het op één na grootste hunebed in Nederland, door de Luftwaffe onder een flinke laag zand bedolven. Gelukkig werden de kolossale keien direct na de oorlog weer opgegraven en op hun oeroude plek teruggelegd.
Dollard (0 meter NAP)
Vanaf de stad Groningen heb je nog zo’n 65 kilometer naar Bad Nieuweschans voor de boeg. Kaarsrechte wegen doen vermoeden dat ook Groningers in vroegere tijden hun hand niet voor een stevig potje inpolderen omdraaiden. Een blik op Google Maps leert dat de oostelijke grensplaats inderdaad op een knooppunt van polders en dijken ligt. Zo heb je onder meer het Bunder Neuland (ingedijkt in 1605), Spitlanden (ingedijkt in 1657), Charlottenpolder (ingedijkt in 1682) en de Kroonpolder (ingedijkt in 1696). Allemaal kostbare stukken land die op de Dollard, een zeearm van de Waddenzee, zijn buitgemaakt. De perfecte plek om je roadtrip af te sluiten, is vogelkijkhut Kiekkaaste (10 km boven Bad Nieuweschans). De vijf meter hoge hut staat op hoge poten in de Dollard en biedt een grandioos uitzicht op het Wad.
Beneden alle peil
Hét startpunt voor je meerdaagse fietssafari is nederlandfietsland.nl. Je vindt hier niet alleen informatie over alle 25 Langeafstand Fietsroutes, maar ook over andere routes (knooppunt- en natuurkampeerroutes, buitenlandse tochten), fietsvriendelijke overnachtingsplekken, fietsen met kinderen en een fietsrouteplanner. Geen zin in gehannes met kaarten? Download het GPX-bestand voor je GPS of zet de knooppunten (te vinden op de routeplanner) in je telefoon.
Let op: hoewel de route officieel in Breda begint (of eindigt), kun je ‘em in de praktijk al oppikken in Galder (op de Markweg). Wij beschreven een handvol highlights van de NAP-route van zuid naar noord, omdat dat deze fietsrichting je de meeste kans biedt op wind in de rug; deze komt zomers vaak uit het zuiden. In Bad Nieuweschans kun je overigens gewoon de trein weer terug naar het beginpunt pakken. Geen zin of tijd om de hele afstand te doen? Dankzij 11 treinstations die je onderweg passeert, kun je de tocht makkelijk inkorten.